Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met intransitieve werkwoorden voor de Tsjechische grammatica

In deze oefeningen oefen je met intransitieve werkwoorden in het Tsjechisch. Intransitieve werkwoorden zijn werkwoorden die geen lijdend voorwerp nodig hebben. Ze beschrijven vaak beweging, verandering van toestand, of een toestand zonder dat er iets direct beïnvloed wordt. Let goed op de vervoeging en betekenis van het werkwoord in elke zin.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Basis intransitieve werkwoorden in het Tsjechisch

1. Hij *jde* do školy. (Gebruik het intransitieve werkwoord voor ‘gaan’ in de tegenwoordige tijd.)
2. Ona *spí* velmi dobře. (Gebruik het intransitieve werkwoord voor ‘slapen’.)
3. My *běžíme* v parku. (Gebruik het intransitieve werkwoord voor ‘rennen’ in de eerste persoon meervoud.)
4. Oni *sedí* na židli. (Gebruik het intransitieve werkwoord voor ‘zitten’ in meervoud.)
5. On *stojí* u okna. (Gebruik het intransitieve werkwoord voor ‘staan’ in derde persoon enkelvoud.)
6. Já *plavu* v řece. (Gebruik het intransitieve werkwoord voor ‘zwemmen’ in eerste persoon enkelvoud.)
7. Ty *chodíš* do práce pěšky. (Gebruik het intransitieve werkwoord voor ‘lopen’ in tweede persoon enkelvoud.)
8. Děti *smějí* se nahlas. (Gebruik het intransitieve werkwoord voor ‘lachen’ in meervoud.)
9. Pes *běhá* na zahradě. (Gebruik het intransitieve werkwoord voor ‘rennen’ in derde persoon enkelvoud.)
10. Ona *pláče* kvůli filmu. (Gebruik het intransitieve werkwoord voor ‘wenen’ in derde persoon enkelvoud.)

Oefening 2: Intransitieve werkwoorden in verleden tijd

1. Včera on *šel* do obchodu. (Gebruik het verleden tijd van het intransitieve werkwoord ‘gaan’.)
2. Ona *spala* celý den. (Gebruik het verleden tijd van het intransitieve werkwoord ‘slapen’.)
3. My *běželi* velmi rychle. (Gebruik het verleden tijd van het intransitieve werkwoord ‘rennen’ in meervoud.)
4. Oni *seděli* u stolu. (Gebruik het verleden tijd van het intransitieve werkwoord ‘zitten’.)
5. On *stál* před domem. (Gebruik het verleden tijd van het intransitieve werkwoord ‘staan’.)
6. Já *plaval* v jezeře. (Gebruik het verleden tijd van het intransitieve werkwoord ‘zwemmen’ in eerste persoon enkelvoud.)
7. Ty *chodil* jsi pěšky. (Gebruik het verleden tijd van het intransitieve werkwoord ‘lopen’ in tweede persoon enkelvoud.)
8. Děti *smály* se nahlas. (Gebruik het verleden tijd van het intransitieve werkwoord ‘lachen’ in meervoud.)
9. Pes *běhal* v parku. (Gebruik het verleden tijd van het intransitieve werkwoord ‘rennen’ in derde persoon enkelvoud.)
10. Ona *plakala* celý večer. (Gebruik het verleden tijd van het intransitieve werkwoord ‘wenen’ in derde persoon enkelvoud.)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot