Oefening 1: Individuele en collectieve zelfstandige naamwoorden
2. Een *फौज* (fauj) marcheert door de straat. (Hint: Dit is een collectief zelfstandig naamwoord, het betekent ‘leger’.)
3. De *कुत्ता* (kutta) blaft hard. (Hint: Dit is een individueel zelfstandig naamwoord, het betekent ‘hond’.)
4. De *झुंड* (jhund) vogels vliegen samen. (Hint: Dit is een collectief zelfstandig naamwoord, het betekent ’troep’ of ‘zwerm’.)
5. Een *लड़की* (ladki) leest een boek. (Hint: Individueel zelfstandig naamwoord, ‘meisje’.)
6. De *परिवार* (parivaar) woont in hetzelfde huis. (Hint: Collectief zelfstandig naamwoord, ‘familie’.)
7. De *बच्चा* (bachcha) lacht vrolijk. (Hint: Individueel zelfstandig naamwoord, ‘kind’.)
8. Een *दल* (dal) werkt samen aan het project. (Hint: Collectief zelfstandig naamwoord, ’team’ of ‘groep’.)
9. De *शेर* (sher) is de koning van het bos. (Hint: Individueel zelfstandig naamwoord, ‘leeuw’.)
10. De *कक्षा* (kaksha) bestaat uit twintig leerlingen. (Hint: Collectief zelfstandig naamwoord, ‘klas’.)
Oefening 2: Samengestelde zelfstandige naamwoorden
2. De *विद्यालय* (vidyalaya) is groot en modern. (Hint: Samengesteld zelfstandig naamwoord, ‘school’.)
3. Ze woont in een oud *मकान* (makaan). (Hint: Individueel zelfstandig naamwoord, ‘huis’.)
4. De *रेलवे स्टेशन* (relve steshan) is druk in de ochtend. (Hint: Samengesteld zelfstandig naamwoord, ’treinstation’.)
5. Een *मिट्टी का घर* (mitti ka ghar) is goedkoop. (Hint: Samengesteld zelfstandig naamwoord, letterlijk ‘huis van aarde’.)
6. De *रेलगाड़ी* (relgaadi) komt om acht uur aan. (Hint: Samengesteld zelfstandig naamwoord, ’trein’.)
7. Zij leest een boek uit de *पुस्तकालय* (pustakalay). (Hint: Samengesteld zelfstandig naamwoord, ‘bibliotheek’.)
8. De *सड़कपुल* (sadakpul) verbindt twee steden. (Hint: Samengesteld zelfstandig naamwoord, ‘brug over de weg’.)
9. Het *धूपखाना* (dhoopkhana) is warm en zonnig. (Hint: Samengesteld zelfstandig naamwoord, ‘serre’ of ‘kas’.)
10. De *जलपान* (jalpaan) is klaar voor het feest. (Hint: Samengesteld zelfstandig naamwoord, ‘snack’ of ‘hapje’.)