Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met individuele, collectieve en samengestelde zelfstandige naamwoorden voor de Zweedse grammatica

In deze oefeningen leer je het verschil tussen individuele, collectieve en samengestelde zelfstandige naamwoorden in het Zweeds. Individuele zelfstandige naamwoorden verwijzen naar één enkel persoon, dier of ding. Collectieve zelfstandige naamwoorden benoemen een groep of verzameling van individuen als één geheel. Samengestelde zelfstandige naamwoorden bestaan uit twee of meer woorden die samen één nieuw zelfstandig naamwoord vormen. Door deze oefeningen krijg je meer inzicht in het herkennen en gebruiken van deze verschillende soorten zelfstandige naamwoorden in het Zweeds.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Individuele en collectieve zelfstandige naamwoorden

1. Een *fågel* zingt in de boom. (Individueel dier)
2. De *flock* vliegt over het meer. (Groep vogels, collectief)
3. Mijn *vän* komt morgen op bezoek. (Individueel persoon)
4. De *klass* bestaat uit twintig leerlingen. (Groep mensen, collectief)
5. Een *hund* rent in het park. (Individueel dier)
6. De *hjord* loopt rustig over de heuvel. (Groep dieren, collectief)
7. Een *student* studeert hard voor het examen. (Individueel persoon)
8. De *publik* applaudisseert na het concert. (Groep mensen, collectief)
9. Een *träd* staat in de tuin. (Individueel ding)
10. De *skörd* is dit jaar erg groot. (Verzameling van oogst, collectief)

Oefening 2: Samengestelde zelfstandige naamwoorden in het Zweeds

1. Mijn vader leest de *dagstidning* elke ochtend. (Samenstelling van dag + krant)
2. De *sjuksköterska* werkt in het ziekenhuis. (Samenstelling van ziek + verpleegkundige)
3. We gaan wandelen in het *skogsområde*. (Samenstelling van bos + gebied)
4. De *fjärrkontroll* ligt op de tafel. (Samenstelling van afstand + bediening)
5. Zij heeft een mooie *blomkruka* gekocht. (Samenstelling van bloem + pot)
6. De *barnvagn* staat naast de deur. (Samenstelling van kind + wagen)
7. Hij rijdt met zijn *cykelhjälm* naar school. (Samenstelling van fiets + helm)
8. Het *sovrum* is net geschilderd. (Samenstelling van slapen + kamer)
9. We eten soep uit een *matlåda*. (Samenstelling van eten + doos)
10. De *tandborste* ligt in de badkamer. (Samenstelling van tand + borstel)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot