Oefening 1: Indirecte vragen met ‘아는지/모르는지’ (kennen of niet kennen)
2. 그는 이 문제가 어려운지 *아는지* 물어봤어요. (Hint: Gebruik ‘아는지’ om te vragen of iemand iets weet.)
3. 우리는 그 가게가 몇 시에 여는지 *아는지* 알아야 해요. (Hint: Gebruik ‘아는지’ bij het vragen naar tijd.)
4. 선생님은 학생들이 시험 날짜를 *모르는지* 확인했어요. (Hint: Gebruik ‘모르는지’ als je wil weten of iemand iets niet weet.)
5. 친구가 내 생일을 기억하는지 *아는지* 궁금해요. (Hint: Gebruik ‘아는지’ om te vragen of iemand iets weet of herinnert.)
6. 저는 그 영화가 재미있는지 *아는지* 묻고 싶어요. (Hint: Gebruik ‘아는지’ om naar de mening te vragen.)
7. 그 사람이 왜 늦었는지 *모르는지* 알고 싶어요. (Hint: Gebruik ‘모르는지’ als je de reden niet weet.)
8. 우리는 그 가수가 노래를 잘 부르는지 *아는지* 물어봤어요. (Hint: Gebruik ‘아는지’ om te vragen of iemand iets weet over een vaardigheid.)
9. 선생님은 학생들이 숙제를 했는지 *아는지* 확인했어요. (Hint: Gebruik ‘아는지’ als je wil weten of iets gedaan is.)
10. 친구가 어디에서 만나는지 *모르는지* 궁금해요. (Hint: Gebruik ‘모르는지’ als je de locatie niet weet.)
Oefening 2: Indirecte vragen met ‘는지’ in combinatie met werkwoorden
2. 그는 내일 비가 오는지 *모르는지* 물어봤어요. (Hint: Gebruik ‘모르는지’ als je niet zeker bent over het weer.)
3. 우리는 수업이 몇 시에 끝나는지 *아는지* 알아야 해요. (Hint: Gebruik ‘아는지’ om te vragen naar tijd.)
4. 선생님은 학생들이 숙제를 했는지 *아는지* 확인했어요. (Hint: Gebruik ‘아는지’ om te vragen of iets gedaan is.)
5. 친구가 그 영화를 봤는지 *모르는지* 궁금해요. (Hint: Gebruik ‘모르는지’ als je niet weet of iemand iets gedaan heeft.)
6. 저는 그 사람이 왜 그렇게 말하는지 *아는지* 묻고 싶어요. (Hint: Gebruik ‘아는지’ om de reden te vragen.)
7. 그 사람이 집에 있는지 *모르는지* 알고 싶어요. (Hint: Gebruik ‘모르는지’ als je niet weet waar iemand is.)
8. 우리는 그 가수가 콘서트를 하는지 *아는지* 물어봤어요. (Hint: Gebruik ‘아는지’ om te vragen of iets gepland is.)
9. 선생님은 학생들이 시험을 준비하는지 *아는지* 확인했어요. (Hint: Gebruik ‘아는지’ om te vragen of iets in voorbereiding is.)
10. 친구가 언제 돌아오는지 *모르는지* 궁금해요. (Hint: Gebruik ‘모르는지’ als je de tijd niet weet.)