Oefening 1: Indirecte vragen met vraagwoorden in het Hindi
2. Zij vraagt zich af waar je woont. (Gebruik het Hindi vraagwoord voor “waar”)
3. We willen weten wie de leraar is. (Gebruik het Hindi vraagwoord voor “wie”)
4. Hij vraagt wanneer de vergadering begint. (Gebruik het Hindi vraagwoord voor “wanneer”)
5. Jullie vragen waarom zij te laat zijn. (Gebruik het Hindi vraagwoord voor “waarom”)
6. De student wil weten hoe hij het probleem moet oplossen. (Gebruik het Hindi vraagwoord voor “hoe”)
7. Zij vraagt zich af hoeveel het kost. (Gebruik het Hindi vraagwoord voor “hoeveel”)
8. Ik wil weten of hij komt. (Gebruik het Hindi woord voor “of”)
9. Jij vraagt waar de bibliotheek is. (Gebruik het Hindi vraagwoord voor “waar”)
10. Hij wil weten welke kleur ze mooi vindt. (Gebruik het Hindi vraagwoord voor “welke”)
2. वह पूछती है कि तुम कहाँ *रहते* हो।
3. हम जानना चाहते हैं कि शिक्षक कौन *है*।
4. वह पूछता है कि बैठक कब *शुरू होती* है।
5. तुम पूछते हो कि वे क्यों *देर से आते* हैं।
6. छात्र जानना चाहता है कि वह समस्या को कैसे *सुलझाए*।
7. वह पूछती है कि यह कितना *मूल्य है*।
8. मैं जानना चाहता हूँ कि वह आता *है* या नहीं।
9. तुम पूछते हो कि पुस्तकालय कहाँ *है*।
10. वह जानना चाहता है कि उसे कौन सा रंग *पसंद है*।
Oefening 2: Indirecte ja/nee-vragen in het Hindi
2. Zij vraagt of de winkel open is. (Gebruik het Hindi woord voor “of”)
3. We willen weten of het regent. (Gebruik het Hindi woord voor “of”)
4. Hij vraagt of je de brief hebt gelezen. (Gebruik het Hindi woord voor “of”)
5. Jullie vragen of zij klaar zijn. (Gebruik het Hindi woord voor “of”)
6. De leraar wil weten of de studenten aanwezig zijn. (Gebruik het Hindi woord voor “of”)
7. Zij vraagt of hij haar belt. (Gebruik het Hindi woord voor “of”)
8. Ik wil weten of hij de opdracht heeft gedaan. (Gebruik het Hindi woord voor “of”)
9. Jij vraagt of de film leuk was. (Gebruik het Hindi woord voor “of”)
10. Hij wil weten of het boek beschikbaar is. (Gebruik het Hindi woord voor “of”)
2. वह पूछती है कि दुकान खुली *है* या नहीं।
3. हम जानना चाहते हैं कि बारिश हो रही *है* या नहीं।
4. वह पूछता है कि तुमने पत्र पढ़ा *है* या नहीं।
5. तुम पूछते हो कि वे तैयार *हैं* या नहीं।
6. शिक्षक जानना चाहता है कि छात्र उपस्थित *हैं* या नहीं।
7. वह पूछती है कि वह उसे फोन करेगा या नहीं।
8. मैं जानना चाहता हूँ कि उसने काम किया *है* या नहीं।
9. तुम पूछते हो कि फ़िल्म अच्छी थी या नहीं।
10. वह जानना चाहता है कि किताब उपलब्ध *है* या नहीं।