Oefening 1: Gebroken meervouden herkennen
2. ‘Mannen’ in het Arabisch is *rijal*. (Hint: het gebroken meervoud van ‘rajul’ betekent mannen)
3. Voor ‘meisjes’ gebruiken we *banat*. (Hint: het gebroken meervoud van ‘bint’ betekent meisjes)
4. ‘Vrouwen’ vertaal je als *nisa’*. (Hint: het gebroken meervoud van ‘imra’a’ betekent vrouwen)
5. Het gebroken meervoud van ‘kalb’ (hond) is *kilab*. (Hint: verander de klinkers in het woord)
6. ‘Kinderen’ is *atfal*. (Hint: het gebroken meervoud van ’tifl’ betekent kinderen)
7. Het woord voor ‘steden’ is *mudun*. (Hint: het gebroken meervoud van ‘madina’ betekent steden)
8. ‘Vogels’ is *tuyur*. (Hint: het gebroken meervoud van ’tayr’ betekent vogels)
9. ‘Bomen’ vertaal je met *ashjar*. (Hint: het gebroken meervoud van ‘shajara’ betekent bomen)
10. Het gebroken meervoud van ‘qamar’ (maan) is *aqmar*. (Hint: let op de toevoeging aan het begin)
Oefening 2: Gebroken meervouden invullen
2. De *rijal* werken hard in de fabriek. (Hint: meervoud van ‘rajul’ is mannen)
3. Mijn zussen zijn *banat* van deze stad. (Hint: meervoud van ‘bint’ is meisjes)
4. De *nisa’* verzamelen zich in de moskee. (Hint: meervoud van ‘imra’a’ is vrouwen)
5. De *kilab* rennen in het park. (Hint: meervoud van ‘kalb’ is honden)
6. De *atfal* spelen buiten in de tuin. (Hint: meervoud van ’tifl’ is kinderen)
7. De *mudun* groeien snel in dit land. (Hint: meervoud van ‘madina’ is steden)
8. De *tuyur* vliegen hoog in de lucht. (Hint: meervoud van ’tayr’ is vogels)
9. De *ashjar* geven schaduw in de zomer. (Hint: meervoud van ‘shajara’ is bomen)
10. De *aqmar* zijn zichtbaar in de nacht. (Hint: meervoud van ‘qamar’ is manen)