Oefening 1: Basisgebiedende zinnen in Swahili
2. *Kunywa* maji sasa! (Hint: Gebruik de stam van “kunywa” – drinken, gebiedende wijs.)
3. *Fungua* mlango! (Hint: “Fungua” betekent “open”, gebiedende vorm van “kufungua”.)
4. *Soma* kitabu! (Hint: “Soma” is de gebiedende vorm van “kusoma” – lezen.)
5. *Andika* barua! (Hint: “Andika” komt van “kuandika” – schrijven, gebiedende vorm.)
6. *Cheza* mpira! (Hint: “Cheza” is gebiedende vorm van “kucheza” – spelen.)
7. *Nimwa* kahawa! (Hint: “Nimwa” betekent “drink” in gebiedende wijs, stam van “kunywa” met voorvoegsel “ni-” voor “ik”.)
8. *Simama* hapa! (Hint: “Simama” betekent “sta op”, gebiedende vorm van “kusimama”.)
9. *Lala* vizuri! (Hint: “Lala” is gebiedende vorm van “kulala” – slapen.)
10. *Nenda* nyumbani! (Hint: “Nenda” betekent “ga”, gebiedende vorm van “kuenda”.)
Oefening 2: Gevorderde gebiedende zinnen met objecten in Swahili
2. *Mpe* mtoto maji. (Hint: “Mpe” is gebiedende vorm van “kumpa” – geven, met voorvoegsel “m-” voor “jij”.)
3. *Usome* kitabu hicho! (Hint: Voeg “u-” toe en gebruik ontkenning “us-” bij gebiedende wijs van “kusoma”.)
4. *Usije* kesho! (Hint: Ontkennende gebiedende vorm van “kuja” – komen.)
5. *Msaidia* rafiki yako! (Hint: Gebruik stam “saidia” – helpen, met voorvoegsel “m-” voor gebiedende vorm.)
6. *Usikimbie* haraka! (Hint: Ontkennende gebiedende vorm van “kukimbia” – rennen.)
7. *Msamehe* kosa langu! (Hint: Gebiedende vorm van “kusamehe” – vergeven, met “m-” voor jij.)
8. *Mfuate* mwalimu darasani! (Hint: Gebiedende vorm van “kufuata” – volgen, met “m-“.)
9. *Usisahau* kufunga mlango! (Hint: Ontkennende gebiedende vorm van “kusahau” – vergeten.)
10. *Mshike* mkono wangu! (Hint: Gebiedende vorm van “kushika” – vasthouden, met “m-“.)