1. Zeg het woord in het Hebreeuws: *דבר* (Hint: gebruik de gebiedende wijs van spreken voor ‘spreek!’).
2. Luister goed naar de uitleg: *הקשב* (Hint: gebiedende wijs van luisteren, enkelvoud).
3. Schrijf je naam hier: *כתוב* (Hint: gebiedende wijs van schrijven, mannelijk enkelvoud).
4. Kijk naar het bord: *הסתכל* (Hint: gebiedende wijs van kijken, mannelijk enkelvoud).
5. Sta op nu: *קום* (Hint: gebiedende wijs van opstaan, mannelijk enkelvoud).
6. Eet je maaltijd: *אכול* (Hint: gebiedende wijs van eten, mannelijk enkelvoud).
7. Drink water: *שתה* (Hint: gebiedende wijs van drinken, mannelijk enkelvoud).
8. Lees het boek: *קרא* (Hint: gebiedende wijs van lezen, mannelijk enkelvoud).
9. Ga naar huis: *לך* (Hint: gebiedende wijs van gaan, mannelijk enkelvoud).
10. Werk hard: *עבוד* (Hint: gebiedende wijs van werken, mannelijk enkelvoud).

1. Jullie (mannelijk meervoud) luister goed: *הקשיבו* (Hint: gebiedende wijs meervoud van luisteren).
2. Jullie (vrouwelijk meervoud) schrijf netjes: *כתבו* (Hint: gebiedende wijs meervoud van schrijven).
3. Jij (vrouwelijk enkelvoud) sta snel op: *קומי* (Hint: gebiedende wijs vrouwelijk enkelvoud van opstaan).
4. Jullie (mannelijk meervoud) eet nu: *אכלו* (Hint: gebiedende wijs meervoud van eten).
5. Jij (vrouwelijk enkelvoud) drink rustig: *שתי* (Hint: gebiedende wijs vrouwelijk enkelvoud van drinken).
6. Jullie (vrouwelijk meervoud) lees aandachtig: *קראו* (Hint: gebiedende wijs meervoud van lezen).
7. Jij (vrouwelijk enkelvoud) ga naar school: *לכי* (Hint: gebiedende wijs vrouwelijk enkelvoud van gaan).
8. Jullie (mannelijk meervoud) werk samen: *עבדו* (Hint: gebiedende wijs meervoud van werken).
9. Jij (vrouwelijk enkelvoud) zeg het hardop: *דברי* (Hint: gebiedende wijs vrouwelijk enkelvoud van spreken).
10. Jullie (vrouwelijk meervoud) kijk hier: *הסתכלנה* (Hint: gebiedende wijs vrouwelijk meervoud van kijken).