Oefening 1: Basisgebiedende zinnen
2. *Duduk* di sini! (Hint: Gebruik het werkwoord voor “zitten” als een bevel.)
3. *Makan* makanannya sekarang. (Hint: Gebruik het werkwoord voor “eten” om iemand te vragen te eten.)
4. *Baca* buku itu! (Hint: Gebruik het werkwoord voor “lezen” als een instructie.)
5. *Tulis* namamu di sini. (Hint: Gebruik het werkwoord voor “schrijven” om iemand te vragen iets te schrijven.)
6. *Diam* sebentar! (Hint: Gebruik het werkwoord voor “stil zijn” om iemand te verzoeken stil te zijn.)
7. *Pergi* ke sekolah sekarang! (Hint: Gebruik het werkwoord voor “gaan” als een bevel.)
8. *Jangan* lupa membawa payung. (Hint: Gebruik het woord voor “niet” om een waarschuwing te geven.)
9. *Dengar* baik-baik! (Hint: Gebruik het werkwoord voor “luisteren” als opdracht.)
10. *Bersihkan* kamar kamu! (Hint: Gebruik het werkwoord voor “schoonmaken” als een instructie.)
Oefening 2: Gevorderde gebiedende zinnen met beleefdheidsvormen
2. *Mohon* tunggu sebentar. (Hint: Gebruik het beleefde woord voor “verzoeken” om te wachten.)
3. *Harap* jangan merokok di sini. (Hint: Gebruik het beleefde woord voor “verzoeken” om iets niet te doen.)
4. *Tolong* kirim email itu segera. (Hint: Gebruik “tolong” om beleefd om hulp te vragen.)
5. *Jangan* lupa membawa dokumen penting. (Hint: Gebruik “jangan” om een beleefde waarschuwing te geven.)
6. *Silakan* makan dulu. (Hint: Gebruik “silakan” om iemand uit te nodigen te eten.)
7. *Mohon* periksa kembali pekerjaan Anda. (Hint: Gebruik “mohon” om beleefd te vragen iets te controleren.)
8. *Harap* berhati-hati saat berjalan. (Hint: Gebruik “harap” om een beleefde instructie te geven.)
9. *Tolong* hubungi saya jika ada masalah. (Hint: Gebruik “tolong” om beleefd te vragen contact op te nemen.)
10. *Silakan* baca instruksi dengan teliti. (Hint: Gebruik “silakan” om iemand beleefd te vragen iets te lezen.)