Oefening 1: Eigennamen en persoonsvormen in Swahili
Hint: Gebruik hier de eigennaam van een persoon als onderwerp. Persoonsvorm is tegenwoordige tijd van ‘kusoma’ (lezen).
2. *Amina* alipika chakula jana.
Hint: Eigennaam als onderwerp in verleden tijd. Werkwoord is verleden tijd van ‘kupika’ (koken).
3. *Mombasa* ni mji mzuri.
Hint: Eigennaam van een plaats. Gebruik hier ‘ni’ om een eigenschap te beschrijven.
4. *Fatuma* anapenda kucheza mpira.
Hint: Eigennaam als onderwerp, werkwoord in tegenwoordige tijd van ‘kupenda’ (houden van).
5. *Kilimanjaro* ni mlima mrefu.
Hint: Eigennaam van een berg, met koppelwerkwoord ‘ni’ en bijvoeglijk naamwoord.
6. *Peter* alikuja kesho.
Hint: Eigennaam van een persoon, verleden tijd van ‘kuja’ (komen).
7. *Nairobi* iko Kenya.
Hint: Eigennaam van hoofdstad. Gebruik ‘iko’ voor locatie.
8. *Zainab* anasafiri sasa.
Hint: Eigennaam als onderwerp, werkwoord in tegenwoordige tijd van ‘kusafiri’ (reizen).
9. *Serengeti* ni hifadhi maarufu.
Hint: Eigennaam van een nationaal park, gebruik ‘ni’ en bijvoeglijk naamwoord.
10. *David* anaenda shule kila siku.
Hint: Eigennaam als onderwerp, tegenwoordige tijd van ‘kuenda’ (gaan).
Oefening 2: Bezitsvormen en eigennamen in Swahili
Hint: Gebruik bezitsvorm ‘cha’ voor naam die begint met J.
2. Gari la *Amina* ni zuri.
Hint: Bezitsvorm ‘la’ bij eigennaam die begint met A.
3. Nyumba ya *Peter* iko karibu.
Hint: Bezitsvorm ‘ya’ bij eigennaam die begint met P.
4. Soko la *Nairobi* ni kubwa.
Hint: Bezitsvorm ‘la’ bij eigennaam van plaats.
5. Mlima wa *Kilimanjaro* ni mrefu sana.
Hint: Bezitsvorm ‘wa’ bij eigennaam die met K begint.
6. Shule ya *Fatuma* iko mjini.
Hint: Bezitsvorm ‘ya’ bij eigennaam van persoon.
7. Mto wa *Tanzania* una maji mengi.
Hint: Bezitsvorm ‘wa’ voor landnaam.
8. Gari la *David* lina rangi nyeusi.
Hint: Bezitsvorm ‘la’ voor persoonsnaam.
9. Mbuga ya *Serengeti* ni maarufu kwa wanyama.
Hint: Bezitsvorm ‘ya’ voor naam van natuurgebied.
10. Chumba cha *Zainab* ni safi.
Hint: Bezitsvorm ‘cha’ voor naam van persoon.