Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met eenvoudige zinnen voor Tamil-grammatica

Deze oefeningen richten zich op eenvoudige zinnen in de Tamil-grammatica. Je leert hoe je basiswerkwoorden en zinsstructuren correct gebruikt door de juiste vormen van woorden in te vullen. De hints in het Nederlands helpen je het juiste antwoord te kiezen.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Eenvoudige werkwoordsvormen in Tamil

1. Ik *pōvēn* (ik ga) naar de markt. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van gaan in het Tamil.)
2. Jij *vārkīrā* (jij komt) morgen naar huis. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van komen, vorm voor ‘jij’.)
3. Hij *sūṟiyam* (ziet) de zon elke dag. (Hint: Gebruik het werkwoord ‘zien’ in de tegenwoordige tijd.)
4. Wij *pāṭṭiṉōm* (wij studeren) Tamil samen. (Hint: Tegenwoordige tijd van studeren, eerste persoon meervoud.)
5. Jullie *pudiṟkīrīrkaḷ* (jullie lezen) een boek. (Hint: Tegenwoordige tijd van lezen, tweede persoon meervoud.)
6. Zij *vāṅkkiṟār* (zij koopt) groenten in de winkel. (Hint: Tegenwoordige tijd van kopen, derde persoon enkelvoud vrouwelijk.)
7. Ik *paṭṭiṉēn* (ik heb geleerd) Tamil vandaag. (Hint: Verleden tijd van leren, eerste persoon enkelvoud.)
8. Jij *sindikkiṟīr* (jij begrijpt) de les. (Hint: Tegenwoordige tijd van begrijpen, tweede persoon enkelvoud.)
9. Hij *paṭippāṇ* (hij leest) een krant in de ochtend. (Hint: Tegenwoordige tijd van lezen, derde persoon man.)
10. Wij *vārumpōm* (wij zullen komen) morgen naar het feest. (Hint: Toekomende tijd van komen, eerste persoon meervoud.)

Oefening 2: Eenvoudige zinsbouw en voorzetsels in Tamil

1. De appel ligt *mēl* (op) de tafel. (Hint: Gebruik het voorzetsel voor ‘op’ in het Tamil.)
2. Hij zit *kiḷḷaiyil* (in) de stoel. (Hint: Voorzetsel voor ‘in’ gecombineerd met stoel.)
3. Wij lopen *veedu’kku* (naar huis). (Hint: Richting voorzetsel voor ‘naar’ met huis.)
4. Jij komt *paḷḷikkāram* (naar school). (Hint: Plaats voorzetsel voor ‘naar’ school.)
5. Het boek ligt *taṭakku* (onder) de tafel. (Hint: Voorzetsel voor ‘onder’ in het Tamil.)
6. Zij gaat *kāṇinam* (naar het dorp). (Hint: Plaats voorzetsel voor ‘naar’ dorp.)
7. De hond rent *iṭam* (naast) de boom. (Hint: Voorzetsel voor ‘naast’.)
8. Ik zet de tas *meelum* (boven) de kast. (Hint: Voorzetsel voor ‘boven’ of ‘bovenop’.)
9. Jij zit *madhil* (tegen) de muur. (Hint: Voorzetsel voor ’tegen’ of ‘aan’.)
10. Wij spreken *mukkiyamāka* (belangrijk) over familie. (Hint: Gebruik het bijwoord voor ‘belangrijk’ in een zin.)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot