Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met eenvoudige zinnen voor Nepalese grammatica

In deze oefeningen werken we met eenvoudige zinnen die je helpen de basis van de Nepalese grammatica te begrijpen. Je oefent met werkwoorden, naamwoorden en eenvoudige zinsstructuren zodat je stap voor stap de taal beter leert kennen.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Basiswerkwoorden in eenvoudige zinnen

1. Ma *khānchhu* (Ik eet) – gebruik het werkwoord voor ‘eten’ in de tegenwoordige tijd.
2. Timi *jānchhau* (Jij gaat) – gebruik het werkwoord voor ‘gaan’ in de tegenwoordige tijd.
3. U *khelchha* (Hij/zij speelt) – gebruik het werkwoord voor ‘spelen’ in de tegenwoordige tijd.
4. Hāmī *padhchhau* (Wij lezen/studeren) – gebruik het werkwoord voor ‘lezen/studeren’.
5. Tapaīṅharū *bāṭāuṅchhau* (Jullie lopen) – gebruik het werkwoord voor ‘lopen’.
6. Uharū *lekhchhan* (Zij schrijven) – gebruik het werkwoord voor ‘schrijven’.
7. Maile *dekhē* (Ik zag) – gebruik het werkwoord voor ‘zien’ in de verleden tijd.
8. Timi *boldeu* (Jij sprak) – gebruik het werkwoord voor ‘spreken’ in de verleden tijd.
9. U *khā’yo* (Hij/zij at) – gebruik het werkwoord voor ‘eten’ in de verleden tijd.
10. Hāmīle *gidā’yo* (Wij gingen) – gebruik het werkwoord voor ‘gaan’ in de verleden tijd.

Oefening 2: Eenvoudige zinnen met naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden

1. Yo *ghar* ho (Dit is een huis) – gebruik het juiste woord voor ‘huis’.
2. Tyo *kukur* ho (Dat is een hond) – gebruik het woord voor ‘hond’.
3. U *ramro* chha (Hij/zij is mooi/goed) – gebruik het bijvoeglijk naamwoord voor ‘mooi/goed’.
4. Yo *sano* kitab ho (Dit is een klein boek) – gebruik het bijvoeglijk naamwoord voor ‘klein’.
5. Timi *dai* hau (Jij bent een oudere broer) – gebruik het woord voor ‘oudere broer’.
6. Uharū *mitra* hunuhuncha (Zij zijn vrienden) – gebruik het woord voor ‘vriend(en)’.
7. Maile *naya* kapḍā kinē (Ik kocht nieuwe kleren) – gebruik het bijvoeglijk naamwoord voor ‘nieuw’.
8. Hāmīle *thulo* mānchhe heryōu (Wij zagen een grote man) – gebruik het bijvoeglijk naamwoord voor ‘groot’.
9. Yo *ful* sundar chha (Deze bloem is mooi) – gebruik het woord voor ‘bloem’.
10. Timi *sajilo* kaam gar (Doe gemakkelijk werk) – gebruik het bijvoeglijk naamwoord voor ‘makkelijk’.
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot