Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met eenvoudige tijden voor Poolse grammatica

In deze oefeningen oefen je met eenvoudige tijden in de Poolse grammatica, zoals de tegenwoordige tijd (teraźniejszy), verleden tijd (przeszły) en toekomende tijd (przyszły). Let goed op de hint bij elke zin om de juiste vorm van het werkwoord te kiezen.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Tegenwoordige tijd (Czas teraźniejszy)

1. Ja *czytam* książkę (gebruik de tegenwoordige tijd van “czytać” = lezen).
2. Ty *piszesz* list (gebruik de tegenwoordige tijd van “pisać” = schrijven).
3. On *mówi* po polsku (gebruik de tegenwoordige tijd van “mówić” = spreken).
4. My *chodzimy* do szkoły (gebruik de tegenwoordige tijd van “chodzić” = gaan/lopen).
5. Wy *słuchacie* muzyki (gebruik de tegenwoordige tijd van “słuchać” = luisteren).
6. Oni *pracują* w biurze (gebruik de tegenwoordige tijd van “pracować” = werken).
7. Ja *gotuję* obiad (gebruik de tegenwoordige tijd van “gotować” = koken).
8. Ty *ucisz* się polskiego (gebruik de tegenwoordige tijd van “uczyć się” = leren).
9. Ona *spaceruje* w parku (gebruik de tegenwoordige tijd van “spacerować” = wandelen).
10. My *oglądamy* film (gebruik de tegenwoordige tijd van “oglądać” = kijken).

Oefening 2: Verleden tijd (Czas przeszły)

1. Ja *czytałem* książkę wczoraj (gebruik de verleden tijd van “czytać” = lezen, mannelijk).

2. Ty *pisałaś* list w zeszłym tygodniu (gebruik de verleden tijd van “pisać” = schrijven, vrouwelijk).
3. On *mówił* po polsku dwa dni temu (gebruik de verleden tijd van “mówić” = spreken, mannelijk).
4. My *chodziliśmy* do szkoły w zeszłym roku (gebruik de verleden tijd van “chodzić” = gaan/lopen, mannelijk meervoud).
5. Wy *słuchałyście* muzyki wczoraj wieczorem (gebruik de verleden tijd van “słuchać” = luisteren, vrouwelijk meervoud).
6. Oni *pracowali* w biurze w zeszłym miesiącu (gebruik de verleden tijd van “pracować” = werken, mannelijk meervoud).
7. Ja *gotowałam* obiad dwie godziny temu (gebruik de verleden tijd van “gotować” = koken, vrouwelijk).
8. Ty *uczyłeś* się polskiego w weekend (gebruik de verleden tijd van “uczyć się” = leren, mannelijk).
9. Ona *spacerowała* w parku rano (gebruik de verleden tijd van “spacerować” = wandelen, vrouwelijk).
10. My *oglądaliśmy* film wczoraj (gebruik de verleden tijd van “oglądać” = kijken, mannelijk meervoud).
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot