Oefening 1: Voltooid tegenwoordige tijd (subjunctief) in zinnen met twijfel
2. Het is mogelijk dat zij *прочитала* (voltooid tegenwoordige tijd van ‘lezen’) het boek.
3. Misschien hebben wij *побачили* (voltooid tegenwoordige tijd van ‘zien’) de film.
4. Ik twijfel of jij *написав* (voltooid tegenwoordige tijd van ‘schrijven’) de brief.
5. Het kan zijn dat zij *приїхала* (voltooid tegenwoordige tijd van ‘aankomen’) op tijd.
6. We vermoeden dat hij *знайшов* (voltooid tegenwoordige tijd van ‘vinden’) de oplossing.
7. Het is onzeker of zij *говорила* (voltooid tegenwoordige tijd van ‘spreken’) met de leraar.
8. Ik hoop dat jullie *закінчили* (voltooid tegenwoordige tijd van ‘afronden’) het project.
9. Het lijkt erop dat hij *пішов* (voltooid tegenwoordige tijd van ‘gaan’) naar de markt.
10. Misschien hebben zij *купила* (voltooid tegenwoordige tijd van ‘kopen’) een cadeau.
Oefening 2: Voltooid tegenwoordige tijd (subjunctief) in zinnen met wens
2. Het zou fijn zijn als zij *побачила* (voltooid tegenwoordige tijd van ‘zien’) het resultaat.
3. Hopelijk hebben wij *отримали* (voltooid tegenwoordige tijd van ‘ontvangen’) de uitnodiging.
4. Ik hoop dat jij *навчився* (voltooid tegenwoordige tijd van ‘leren’) de les goed.
5. Moge zij *спілкувалася* (voltooid tegenwoordige tijd van ‘communiceren’) met de klant.
6. Ik wens dat hij *прочитав* (voltooid tegenwoordige tijd van ‘lezen’) het rapport.
7. Het zou goed zijn als zij *зробила* (voltooid tegenwoordige tijd van ‘doen’) haar taak.
8. Hopelijk hebben jullie *підготували* (voltooid tegenwoordige tijd van ‘voorbereiden’) de presentatie.
9. Ik wens dat hij *побачив* (voltooid tegenwoordige tijd van ‘zien’) het probleem.
10. Moge zij *знайшла* (voltooid tegenwoordige tijd van ‘vinden’) een oplossing.