1. Voordat hij naar school ging, *був прочитав* het boek. (Gebruik de tijd die aangeeft dat de actie vóór een andere verleden handeling plaatsvond.)
2. Zij *вже закінчила* haar huiswerk toen ik arriveerde. (Kies de tijd die het voltooide resultaat in het verleden benadrukt.)
3. Toen wij aankwamen, *він уже поїв* zijn lunch. (Gebruik de tijd die een eerdere actie in het verleden aangeeft.)
4. Na dat hij het rapport had gelezen, *він зробив* zijn aantekeningen. (Tijd die een voorafgaande actie in het verleden beschrijft.)
5. Voordat de film begon, *ми вже купили* de kaartjes. (Gebruik de tijd die een handeling voor een andere in het verleden weergeeft.)
6. Zij *вже була поїхала* voordat het begon te regenen. (Tijd die een handeling vóór een andere verleden gebeurtenis uitdrukt.)
7. Nadat hij de brief had geschreven, *він відправив* die meteen. (Voltooid verleden tijd voor een opeenvolgende handeling.)
8. Toen ik belde, *вона вже вийшла* uit huis. (Handeling die eerder dan het bellen is voltooid.)
9. Voordat de vergadering begon, *ми підготували* alles. (Tijd die een voorafgaande voltooiing in het verleden aanduidt.)
10. Hij *вже закінчив* het werk toen de baas kwam. (Actie die vóór een andere verleden gebeurtenis is afgerond.)

1. Ik *прочитав* het boek gisteren. (Gebruik de tijd voor een afgeronde actie die relevant is voor nu.)
2. Zij *вже зробила* haar huiswerk vandaag. (Actie voltooid in het verleden met invloed op het heden.)
3. Wij *поїли* al toen jij belde. (Gebruik de tijd die een afgeronde actie aangeeft zonder nadruk op volgorde.)
4. Hij *поїхав* naar Kyiv vorige week. (Gewone voltooid tegenwoordige tijd voor een afgesloten gebeurtenis.)
5. Jullie *підготували* de presentatie net op tijd. (Actie die afgerond is en nu nog effect heeft.)
6. Zij *поїхала* naar huis na het werk. (Gewoon voltooide handeling in het recente verleden.)
7. Wij *прочитали* het artikel al deze week. (Voltooide actie met relevantie voor het heden.)
8. Hij *вже зробив* de taak die je gaf. (Voltooide actie met directe relatie tot de huidige situatie.)
9. Zij *поїхала* naar het ziekenhuis gisteren. (Eenvoudige voltooid tegenwoordige tijd voor een afgeronde gebeurtenis.)
10. Ik *вже закінчив* mijn project vandaag. (Voltooide actie die nog invloed heeft op het heden.)