1. Ovo je *lijepa* kuća. (Hint: vrouwelijk enkelvoud nominatief)
2. On ima *velik* auto. (Hint: mannelijk enkelvoud nominatief)
3. To su *plavi* stolovi. (Hint: mannelijk meervoud nominatief)
4. Moja sestra ima *novu* haljinu. (Hint: vrouwelijk enkelvoud nominatief)
5. Oni su *sretni* ljudi. (Hint: mannelijk meervoud nominatief)
6. Imam *dobar* prijatelj. (Hint: mannelijk enkelvoud nominatief)
7. To je *stara* zgrada. (Hint: vrouwelijk enkelvoud nominatief)
8. Vidim *malo* dijete. (Hint: onzijdig enkelvoud nominatief)
9. Ovo su *zeleni* listovi. (Hint: mannelijk meervoud nominatief)
10. Ona je *pametna* djevojka. (Hint: vrouwelijk enkelvoud nominatief)

1. Vidim *lijepu* kuću. (Hint: vrouwelijk enkelvoud accusatief)
2. Kupujem *veliki* auto. (Hint: mannelijk enkelvoud animatief accusatief)
3. Čitam *dobre* knjige. (Hint: vrouwelijk meervoud accusatief)
4. Ona voli *novog* psa. (Hint: mannelijk enkelvoud animatief accusatief)
5. Imam *sretne* prijatelje. (Hint: mannelijk meervoud animatief accusatief)
6. Gledam *staru* zgradu. (Hint: vrouwelijk enkelvoud accusatief)
7. On traži *malo* dijete. (Hint: onzijdig enkelvoud accusatief)
8. Kupujem *plave* cipele. (Hint: vrouwelijk meervoud accusatief)
9. Volim *dobrog* čovjeka. (Hint: mannelijk enkelvoud animatief accusatief)
10. Ona nosi *pametnu* haljinu. (Hint: vrouwelijk enkelvoud accusatief)