1. Do jutri *bova* že pojedla kosilo. (Gebruik het juiste werkwoordsvorm van ‘biti’ in de toekomstige voltooide tijd)
2. Do konca meseca *bom* prebrala to knjigo. (Gebruik ‘bom’ als eerste persoon enkelvoud van het hulpwerkwoord)
3. On *bo* napisal poročilo do ponedeljka. (Gebruik de juiste vorm van ‘biti’ voor derde persoon enkelvoud)
4. Mi *bomo* že opravili vse naloge do večera. (Let op meervoudsvorm van ‘biti’)
5. Vi *boste* že zaključili projekt do petka. (Gebruik de toekomstige voltooide tijd voor tweede persoon meervoud)
6. Do takrat oni *bodo* že prišli domov. (Gebruik de juiste vorm voor derde persoon meervoud)
7. Jaz *bom* že napisal pismo, preden prideš. (Let op de eerste persoon enkelvoud)
8. Ti *boš* že zaključil delo, ko pridem. (Gebruik de juiste vorm voor tweede persoon enkelvoud)
9. Otroci *bodo* že pojedli večerjo, ko se vrneš. (Derde persoon meervoud)
10. Midva *bova* že opravila vse naloge do jutri. (Gebruik de juiste vorm voor eerste persoon dualis)

1. Do petka bom *napisal* poročilo. (Gebruik het voltooid deelwoord van ‘napisati’)
2. Ona bo do večera *prebrala* knjigo. (Let op het voltooid deelwoord van ‘prebrati’)
3. Mi bomo do jutri *oprali* perilo. (Gebruik het juiste voltooid deelwoord van ‘oprati’)
4. Ti boš do ponedeljka *pospravil* sobo. (Let op het voltooid deelwoord van ‘pospraviti’)
5. Oni bodo do noči *zgradili* hišo. (Voltooid deelwoord van ‘zgraditi’)
6. Jaz bom do takrat *končal* delo. (Gebruik het voltooid deelwoord van ‘končati’)
7. Vi boste do srede *naredili* vse domače naloge. (Let op voltooid deelwoord van ‘narediti’)
8. Midva bova do jutri *prevedla* besedilo. (Voltooid deelwoord van ‘prevesti’)
9. Ona bo do večera *poslala* pismo. (Voltooid deelwoord van ‘poslati’)
10. Ti boš do takrat *pripravil* večerjo. (Gebruik het voltooid deelwoord van ‘pripraviti’)