Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met complexe zinnen voor de Poolse grammatica

In deze oefeningen werken we met complexe zinnen in de Poolse grammatica. Dit betekent dat je leert hoe je bijzinnen correct kunt maken en gebruiken, zoals voorwaardelijke zinnen, tijdsbepalingen en redengevende bijzinnen. Let goed op de aanwijzingen om de juiste vorm of woord te kiezen binnen de zin.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Bijzinnen met tijdsaanduidingen en oorzaak

1. Kiedy *przyjdę* do domu, zjem obiad. (Gebruik de juiste vorm van het werkwoord „przyjść” in de tegenwoordige tijd voor een toekomstige handeling)
2. Zadzwoń do mnie, gdy *będziesz* miał czas. (Gebruik de juiste vorm van „mieć” in de toekomende tijd bij een voorwaarde)
3. Nie poszedłem na spacer, ponieważ *padało* wtedy. (Gebruik de verleden tijd van „padać” om oorzaak aan te geven)
4. Zanim *zaczniesz* pracę, musisz się przygotować. (Gebruik de juiste vorm van „zacząć” in de tegenwoordige tijd bij een voorwaarde vooraf)
5. Będę czekać, aż *wrócisz* z pracy. (Gebruik de juiste vorm van „wrócić” in de toekomende tijd voor een toekomstige handeling)
6. Ona się uczy, bo *chce* zdać egzamin. (Gebruik de juiste vorm van „chcieć” in de tegenwoordige tijd om reden aan te geven)
7. Gdy *byłem* dzieckiem, często jeździłem do dziadków. (Gebruik de verleden tijd van „być” om tijd aan te geven)
8. Po tym, jak *skończyłem* lekcję, poszedłem do domu. (Gebruik de verleden tijd van „skończyć” om volgorde in de tijd aan te geven)
9. Kiedy *będę* w Polsce, odwiedzę cię. (Gebruik de juiste vorm van „być” in de toekomende tijd voor een toekomstige gebeurtenis)
10. Muszę się uczyć, ponieważ *mam* egzamin jutro. (Gebruik de tegenwoordige tijd van „mieć” om reden aan te geven)

Oefening 2: Voorwaardelijke bijzinnen en indirecte rede

1. Jeśli *będziesz* chory, zostań w domu. (Gebruik de toekomende tijd van „być” in een voorwaardelijke zin)
2. Powiedział, że *przyjdzie* później. (Gebruik de toekomende tijd van „przyjść” in de indirecte rede)
3. Gdyby *miał* więcej czasu, pojechałby na wakacje. (Gebruik de verleden tijd van „mieć” in de voorwaardelijke wijs)
4. Ona pyta, czy *może* pożyczyć książkę. (Gebruik de juiste vorm van „móc” in de tegenwoordige tijd in een vraag)
5. Jeśli *zrobisz* zadanie, dostaniesz dobrą ocenę. (Gebruik de toekomende tijd van „zrobić” in de voorwaardelijke zin)
6. Powiedział, że *nie rozumie* zadania. (Gebruik de tegenwoordige tijd van „rozumieć” in de indirecte rede)
7. Gdybyśmy *wiedzieli*, że pada, nie wyszlibyśmy. (Gebruik de verleden tijd van „wiedzieć” in de voorwaardelijke wijs)
8. Pytam, czy *jest* wolne miejsce. (Gebruik de tegenwoordige tijd van „być” in een vraag)
9. Jeśli *zacznie* padać, weźmiemy parasol. (Gebruik de toekomende tijd van „zacząć” in de voorwaardelijke zin)
10. Ona powiedziała, że *nie może* przyjść na spotkanie. (Gebruik de tegenwoordige tijd van „móc” in de indirecte rede)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot