Oefening 1: Gebruik van collectieve zelfstandige naamwoorden in het meervoud
2. Een groep *студенттер* wachtte op de leraar. (Hint: collectief zelfstandig naamwoord voor ‘studenten’)
3. De *әскери* marcheerden door de straat. (Hint: collectief zelfstandig naamwoord voor ‘soldaten’)
4. Veel *балалар* speelden in het park. (Hint: collectief zelfstandig naamwoord voor ‘kinderen’)
5. De *журналистер* schreven een artikel. (Hint: collectief zelfstandig naamwoord voor ‘journalisten’)
6. De *құстар* vlogen in een grote zwerm. (Hint: collectief zelfstandig naamwoord voor ‘vogels’)
7. Een club *спортшылар* trainde elke ochtend. (Hint: collectief zelfstandig naamwoord voor ‘sporters’)
8. De *мұғалімдер* gaven les aan de leerlingen. (Hint: collectief zelfstandig naamwoord voor ‘leraren’)
9. De *еңбекшілер* werkten hard op het land. (Hint: collectief zelfstandig naamwoord voor ‘arbeiders’)
10. De *дәрігерлер* hielpen de patiënten snel. (Hint: collectief zelfstandig naamwoord voor ‘artsen’)
Oefening 2: Collectieve zelfstandige naamwoorden in verschillende contexten
2. De *қойшылар* hoedden de schapen in de wei. (Hint: collectief zelfstandig naamwoord voor ‘herders’)
3. Een paar *саудагерлер* onderhandelden over de prijs. (Hint: collectief zelfstandig naamwoord voor ‘handelaren’)
4. De *балықшылар* vingen veel vis vandaag. (Hint: collectief zelfstandig naamwoord voor ‘vissers’)
5. Het *қонақтар* verlieten het feest laat in de avond. (Hint: collectief zelfstandig naamwoord voor ‘gasten’)
6. De *қорғанысшылар* beschermden het dorp. (Hint: collectief zelfstandig naamwoord voor ‘verdedigers’)
7. De *жұмысшылар* repareerden de weg snel. (Hint: collectief zelfstandig naamwoord voor ‘arbeiders’)
8. De *мектеп оқушылары* gingen op excursie. (Hint: collectief zelfstandig naamwoord voor ‘schoolkinderen’)
9. Een groep *әншілер* trad op tijdens het festival. (Hint: collectief zelfstandig naamwoord voor ‘zangers’)
10. De *білімгерлер* bestudeerden het onderwerp grondig. (Hint: collectief zelfstandig naamwoord voor ‘geleerden’)