Oefening 1: Gebruik van collectieve zelfstandige naamwoorden in zinnen
2. Een *сябарства* is een groep vrienden die vaak samenkomt. (Hint: een vriendschappelijke groep)
3. De *вёска* bestaat uit meerdere huizen en mensen die samenleven. (Hint: een klein dorp)
4. Het *пакаленне* van jongeren helpt bij het organiseren van evenementen. (Hint: een groep mensen van dezelfde leeftijd)
5. De *сядзібы* liggen verspreid over het platteland. (Hint: groepen boerderijen)
6. Het *сябарства* steunt elkaar in moeilijke tijden. (Hint: groep vrienden)
7. De *вёска* heeft een eigen school en winkel. (Hint: een dorp)
8. Het *пакаленне* van studenten is erg actief op sociale media. (Hint: groep leeftijdsgenoten)
9. De *сядзібы* zijn belangrijk voor de lokale cultuur. (Hint: traditionele boerderijen)
10. Het *сябарства* organiseert elk jaar een feest. (Hint: groep vrienden)
Oefening 2: Kies het juiste collectieve zelfstandige naamwoord
2. Het *пакаленне* van ouderen heeft veel wijsheid. (Hint: groep mensen van dezelfde leeftijd)
3. De *вёска* bestaat uit verschillende huizen en mensen. (Hint: een dorp)
4. Het *сябарства* helpt elkaar bij problemen. (Hint: vriendenkring)
5. De *сядзібы* zijn verspreid over het hele gebied. (Hint: verzameling van boerderijen)
6. Het *пакаленне* jongeren wil veranderingen brengen. (Hint: groep leeftijdsgenoten)
7. De *вёска* organiseert een markt in het weekend. (Hint: dorp)
8. Het *сябарства* kwam bijeen voor een vergadering. (Hint: groep vrienden)
9. De *сядзібы* symboliseren het landelijke leven. (Hint: boerderijen)
10. Het *пакаленне* van kunstenaars toont nieuwe werken. (Hint: groep mensen van dezelfde leeftijd)