Oefening 1: Herkennen van collectieve zelfstandige naamwoorden
2. Het *flot* voer rustig over de rivier. (Hint: Dit woord betekent ‘vloot’ en verwijst naar een groep schepen.)
3. De *čreda* liep door de weide. (Hint: Dit woord betekent ‘kudde’ en verwijst naar een groep dieren, bijvoorbeeld schapen.)
4. Een *publika* applaudisseerde na het concert. (Hint: Dit woord betekent ‘publiek’ en verwijst naar een groep mensen die iets bekijken.)
5. De *ekipa* werkte samen aan het project. (Hint: Dit woord betekent ’team’ en verwijst naar een groep mensen die samenwerken.)
6. Een *gnezdo* van vogels zat in de boom. (Hint: Dit woord betekent ‘nest’ en verwijst naar een verzameling eieren of jonge vogels.)
7. De *zbor* zong prachtig tijdens de mis. (Hint: Dit woord betekent ‘koor’ en verwijst naar een groep zangers.)
8. De *stado* graasde op de heuvel. (Hint: Dit woord betekent ‘kudde’ en verwijst naar een groep runderen of schapen.)
9. De *posadka* bestond uit vijf mensen. (Hint: Dit woord betekent ‘bemanning’ en verwijst naar een groep mensen die een voertuig bedienen.)
10. Een *armada* van schepen voer uit. (Hint: Dit woord betekent ‘vloot’ en verwijst naar een grote verzameling oorlogsschepen.)
Oefening 2: Correct gebruik van collectieve zelfstandige naamwoorden in zinnen
2. Het *flot* bestond uit tien oorlogsschepen. (Hint: Gebruik het woord voor een groep schepen.)
3. De *čreda* werd door de herder geleid. (Hint: Gebruik het woord voor een groep grazende dieren.)
4. De *publika* luisterde aandachtig naar de spreker. (Hint: Gebruik het woord voor een groep toeschouwers.)
5. Onze *ekipa* won de wedstrijd gisteren. (Hint: Gebruik het woord voor een sportteam of groep medewerkers.)
6. Het *gnezdo* bevatte drie eieren. (Hint: Gebruik het woord voor een nest van vogels.)
7. Het *zbor* repeteert elke donderdagavond. (Hint: Gebruik het woord voor een koor.)
8. De *stado* beweegt langzaam over het veld. (Hint: Gebruik het woord voor een kudde dieren.)
9. De *posadka* van het vliegtuig was ervaren. (Hint: Gebruik het woord voor de bemanning van een vliegtuig of schip.)
10. De *armada* arriveerde aan de kust. (Hint: Gebruik het woord voor een grote vloot oorlogsschepen.)