Oefening 1: Plaats van bijwoorden in eenvoudige zinnen
2. Me syömme illallista *tänään*. (Hint: Tijdsbepalingen staan vaak aan het einde van de zin.)
3. He puhuvat suomea *hyvin*. (Hint: Bijwoord van wijze komt meestal na het werkwoord.)
4. Minä luen kirjaa *hiljaa*. (Hint: Bijwoord van wijze geeft aan hoe iets gedaan wordt.)
5. Opettaja selittää tehtävät *selvästi*. (Hint: Bijwoord van wijze of mate volgt het werkwoord.)
6. Lapset leikkivät pihalla *koko päivän*. (Hint: Tijdsbepalingen van duur staan vaak aan het einde.)
7. Hän tulee kotiin *myöhään*. (Hint: Bijwoord van tijd kan ook aan het einde staan.)
8. Me kuuntelemme musiikkia *keskittyneesti*. (Hint: Bijwoord van wijze na het werkwoord.)
9. Sinä kirjoitat *selkeästi* suomeksi. (Hint: Bijwoord van wijze voor het lijdend voorwerp.)
10. He tulevat *varmasti* juhliin. (Hint: Bijwoord van zekerheid staat voor het hoofdwerkwoord.)
Oefening 2: Bijwoordposities in samengestelde zinnen
2. Me menemme elokuviin, koska haluamme *yhdessä* viettää aikaa. (Hint: Bijwoord van manier volgt het werkwoord in bijzin.)
3. Hän sanoi, että hän tulee *todennäköisesti* huomenna. (Hint: Bijwoord van waarschijnlijkheid staat voor het hoofdwerkwoord.)
4. Kun sataa, lapset eivät leiki *ulkona*. (Hint: Plaatsbepaling staat aan het einde van de bijzin.)
5. Jos olet väsynyt, sinun pitäisi levätä *enemmän*. (Hint: Bijwoord van hoeveelheid komt na het werkwoord.)
6. Vaikka hän harjoittelee *ahkerasti*, hän ei aina voita kilpailuja. (Hint: Bijwoord van wijze staat voor het werkwoord in bijzin.)
7. Hän kertoo tarinan, joka on *todella* mielenkiintoinen. (Hint: Bijwoord van mate staat voor een adjectief.)
8. Meidän täytyy mennä, koska bussi lähtee *pian*. (Hint: Tijdsbepaling aan het einde van de bijzin.)
9. Vaikka olen väsynyt, teen työt *huolellisesti*. (Hint: Bijwoord van wijze na het werkwoord.)
10. Kun tulet kotiin, soita minulle *välittömästi*. (Hint: Bijwoord van tijd staat na het werkwoord.)