Oefening 1: Gebruik van bijwoorden van graad in zinnen
2. Гэта заданне было *занадта* складаным для мяне. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ’te’ of ’teveel’ betekent.)
3. Я *трохі* стаміўся пасля працы. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘een beetje’ betekent.)
4. Яна гаворыць *дастаткова* хутка. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘voldoende’ of ‘genoeg’ betekent.)
5. Мы былі *амаль* гатовыя да экзамену. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘bijna’ betekent.)
6. Ён працуе *вельмі* старанна кожны дзень. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘heel’ betekent.)
7. Твая адказ быў *занадта* кароткім. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ’te’ betekent.)
8. Я *трохі* разумею па-руску. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘enigszins’ betekent.)
9. Кніга была *досыць* цікавая. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘best wel’ of ‘vrij’ betekent.)
10. Мы *амаль* страцілі свой цягнік. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘bijna’ betekent.)
Oefening 2: Vul het juiste bijwoord van graad in
2. Твае валасы *занадта* доўгія. (Hint: Bijwoord dat ’te’ betekent.)
3. Ён быў *амаль* спазніўся на сустрэчу. (Hint: Bijwoord dat ‘bijna’ betekent.)
4. Мы былі *досыць* задаволеныя вынікам. (Hint: Bijwoord dat ‘voldoende’ betekent.)
5. Я *трохі* хварэў учора. (Hint: Bijwoord dat ‘een beetje’ betekent.)
6. Гэта было *занадта* цяжка для мяне. (Hint: Bijwoord dat ’te’ betekent.)
7. Яна гаворыць *вельмі* добра па-англійску. (Hint: Bijwoord dat ‘heel erg’ betekent.)
8. Фільм быў *досыць* доўгі, але цікавы. (Hint: Bijwoord dat ‘redelijk’ betekent.)
9. Ён *амаль* выйграў гульню. (Hint: Bijwoord dat ‘bijna’ betekent.)
10. Я *трохі* хачу адпачыць сёння. (Hint: Bijwoord dat ‘een beetje’ betekent.)