1. Ova knjiga je *veoma* zanimljiva. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘zeer’ betekent.)
2. On je *mnogo* bolji u fudbalu nego pre. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘veel’ betekent.)
3. Danas je *vrlo* hladno napolju. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘erg’ of ‘zeer’ betekent.)
4. Nisam *tako* siguran u njegov odgovor. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘niet zo’ betekent.)
5. Ona je *skoro* završila svoj zadatak. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘bijna’ betekent.)
6. On je *previše* zauzet da bi došao na sastanak. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ’te veel’ betekent.)
7. Ova kafa je *dovoljno* topla za piće. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘voldoende’ betekent.)
8. Mi smo *izuzetno* zadovoljni rezultatima. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘uitzonderlijk’ betekent.)
9. Njena haljina je *prilično* skupa. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ’tamelijk’ betekent.)
10. Film nije bio *ni približno* dobar kao što sam očekivao. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘niet eens dichtbij’ betekent.)

1. Marko je *veoma* pametan, ali ponekad pravi greške. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘heel’ betekent.)
2. Njihova kuća je *mnogo* veća od naše. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘veel’ betekent.)
3. Nisam *toliko* umoran kao što sam mislio. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘zo’ of ‘niet zo’ betekent.)
4. Ovaj zadatak je *preteško* za mene. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ’te moeilijk’ betekent.)
5. Ona je *skoro* svuda bila na odmoru. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘bijna’ betekent.)
6. Deca su *dovoljno* stara da sama idu u školu. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘voldoende’ betekent.)
7. Njegov odgovor je bio *izuzetno* brz i tačan. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘uitzonderlijk’ betekent.)
8. Film je bio *prilično* dosadan. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ’tamelijk’ betekent.)
9. Nije *ni približno* lako naučiti ovaj jezik. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ‘niet eens dichtbij’ betekent.)
10. Danas je *previše* hladno za šetnju. (Hint: Gebruik een bijwoord dat ’te veel’ betekent.)