Oefening 1: Basis bijwoorden van graad
2. Hij spreekt Kazachs *аздап*. (Hint: gebruik een bijwoord dat ‘een beetje’ betekent)
3. Het water is *өте* koud vandaag. (Hint: kies een bijwoord dat ‘erg’ of ‘heel’ betekent)
4. Zij werkt *жақсы* snel. (Hint: gebruik een bijwoord dat ‘goed’ betekent om de snelheid te benadrukken)
5. De film was *өте* interessant. (Hint: intensiteitsbijwoord dat ‘heel’ betekent)
6. Ik begrijp de les *аздап*. (Hint: een bijwoord dat ‘enigszins’ aangeeft)
7. De hond rent *өте* snel. (Hint: intensiteitsbijwoord voor ‘heel’)
8. Zij is *аздап* moe na het werk. (Hint: gebruik een bijwoord dat ‘een beetje’ betekent)
9. Het boek is *өте* dik. (Hint: intensiteitsbijwoord voor ‘erg’)
10. Het huis is *аздап* oud. (Hint: gebruik een bijwoord dat ‘enigszins’ betekent)
Oefening 2: Gevorderde bijwoorden van graad en combinaties
2. Hij spreekt Kazachs *аздап* және *біршама*. (Hint: combineer twee bijwoorden die ‘een beetje’ en ‘enigszins’ betekenen)
3. De soep is *біршама* heet, dus pas op. (Hint: een bijwoord dat ‘enigszins’ betekent)
4. Zij rent *өте* тез en *өте* ұзақ. (Hint: gebruik twee intensiteitsbijwoorden die ‘heel’ betekenen)
5. Het examen was *аздап* қиын, maar niet onmogelijk. (Hint: bijwoord dat ‘een beetje’ betekent)
6. De muziek is *өте* қатты, ik kan het bijna niet horen. (Hint: intensiteitsbijwoord voor ‘erg’)
7. De leraar praat *біршама* баяу om het begrijpelijk te maken. (Hint: bijwoord dat ‘enigszins’ betekent)
8. Het eten is *өте* дәмді, ik wil meer! (Hint: intensiteitsbijwoord voor ‘heel’)
9. Zij is *аздап* шаршаған, maar gaat door. (Hint: bijwoord dat ‘een beetje’ betekent)
10. Het weer is vandaag *біршама* салқын, neem een jas mee. (Hint: bijwoord dat ‘enigszins’ betekent)