Oefening 1: Basisgebruik van bijwoorden van graad
2. El llibre és *massa* difícil per a mi. (Hint: gebruik een bijwoord dat ’te veel’ betekent.)
3. El nen està *una mica* cansat després de jugar. (Hint: een bijwoord om een kleine mate uit te drukken.)
4. La pel·lícula no és *gens* interessant. (Hint: gebruik een negatief bijwoord van graad.)
5. El gat és *tan* gros com el gos. (Hint: vergelijkende graad met ‘zo’).
6. La casa és *força* gran per a la família. (Hint: een bijwoord dat ‘best wel’ betekent.)
7. No estic *del tot* segur de la resposta. (Hint: bijwoord dat ‘helemaal’ betekent, maar in ontkennende context.)
8. La camisa és *bastant* cara per a mi. (Hint: een bijwoord dat ’tamelijk’ betekent.)
9. Ell parla *molt* ràpid. (Hint: een bijwoord om de snelheid te benadrukken.)
10. Aquesta tasca és *massa* complicada per a principiants. (Hint: bijwoord om een te grote mate aan te geven.)
Oefening 2: Gevorderde zinnen met bijwoorden van graad
2. No és *gens* fàcil aprendre català ràpidament. (Hint: negatief bijwoord voor ‘helemaal niet’.)
3. La pel·lícula no és *tan* divertida com esperava. (Hint: vergelijkende graad met ‘zo’).
4. Estic *una mica* preocupat per l’examen. (Hint: een bijwoord dat een kleine mate van bezorgdheid aangeeft.)
5. La temperatura és *força* alta avui. (Hint: bijwoord dat ’tamelijk’ betekent.)
6. Aquest plat és *massa* picant per a mi. (Hint: een bijwoord dat aangeeft dat iets te veel is.)
7. No estic *del tot* convençut del que diu. (Hint: bijwoord dat ‘helemaal’ betekent, maar in twijfelachtige zin.)
8. El cotxe va *molt* ràpid per la carretera. (Hint: bijwoord voor een hoge snelheid.)
9. La festa va ser *bastant* divertida. (Hint: bijwoord dat ‘redelijk’ betekent.)
10. No em sento *gens* cansat després de córrer. (Hint: negatief bijwoord dat ‘helemaal niet’ uitdrukt.)