1. Dit is *ของฉัน* (khǎwng chǎn), wat betekent “mijn”. Hint: Gebruik ของ + persoonlijk voornaamwoord.
2. Zijn boek is *ของเขา* (khǎwng kǎo). Hint: Gebruik ของ + hij/zij.
3. Haar huis is *ของเธอ* (khǎwng thoe). Hint: Gebruik ของ + jij (in beleefde vorm).
4. Onze hond is *ของเรา* (khǎwng rao). Hint: Gebruik ของ + wij.
5. Jullie auto is *ของพวกคุณ* (khǎwng phûak khun). Hint: Gebruik ของ + jullie.
6. Hun school is *ของพวกเขา* (khǎwng phûak kǎo). Hint: Gebruik ของ + zij (meervoud).
7. Mijn pen is *ของฉัน* (khǎwng chǎn). Hint: Gebruik ของ + ik.
8. Zijn fiets is *ของเขา* (khǎwng kǎo). Hint: Gebruik ของ + hij.
9. Haar jas is *ของเธอ* (khǎwng thoe). Hint: Gebruik ของ + zij.
10. Ons huis is *ของเรา* (khǎwng rao). Hint: Gebruik ของ + wij.

1. Dit is *บ้านฉัน* (bâan chǎn), wat “mijn huis” betekent. Hint: In informele spreektaal wordt soms ของ weggelaten.
2. Zijn fiets is *จักรยานเขา* (jàk-grà-yaan kǎo). Hint: Bezit wordt soms direct naast het zelfstandig naamwoord geplaatst.
3. Haar tas is *กระเป๋าเธอ* (grà-bpǎo thoe). Hint: Bezit direct na het zelfstandig naamwoord.
4. Onze school is *โรงเรียนเรา* (rohng-rian rao). Hint: Bezit volgt direct na het zelfstandig naamwoord.
5. Jullie boek is *หนังสือพวกคุณ* (nǎng-sǔe phûak khun). Hint: Informeel bezit zonder ของ.
6. Hun hond is *สุนัขพวกเขา* (sù-nák phûak kǎo). Hint: Bezit wordt direct naast het zelfstandig naamwoord geplaatst.
7. Mijn pen is *ปากกาฉัน* (bpàak-gaa chǎn). Hint: Bezit volgt het zelfstandig naamwoord.
8. Zijn jas is *เสื้อเขา* (sʉ̂a kǎo). Hint: Informele bezittelijke constructie.
9. Haar boek is *หนังสือเธอ* (nǎng-sǔe thoe). Hint: Bezit direct na het zelfstandig naamwoord.
10. Ons huis is *บ้านเรา* (bâan rao). Hint: Bezit volgt direct na het zelfstandig naamwoord.