1. Ito ay *aking* libro. (Hint: Gebruik het bezittelijk voornaamwoord voor ‘mijn’ in Tagalog.)
2. Saan ang *iyong* bahay? (Hint: Gebruik het bezittelijk voornaamwoord voor ‘jouw’ in Tagalog.)
3. Ang aso ay *kaniyang* alaga. (Hint: Gebruik het bezittelijk voornaamwoord voor ‘zijn/haar’ in Tagalog.)
4. Gusto ko ang *aming* pagkain. (Hint: Gebruik het bezittelijk voornaamwoord voor ‘ons’ inclusief de spreker in Tagalog.)
5. Ang kotse ay *inyong* sasakyan. (Hint: Gebruik het bezittelijk voornaamwoord voor ‘jullie’ in Tagalog.)
6. Sila ay may *kanilang* proyekto. (Hint: Gebruik het bezittelijk voornaamwoord voor ‘hun’ in Tagalog.)
7. *Aking* kaibigan ay matulungin. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord bij ‘vriend’ in eerste persoon enkelvoud.)
8. Nakita ko *iyong* pusa. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord voor ‘jouw’ bij een huisdier.)
9. *Kaniyang* damit ay malinis. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord voor ‘zijn/haar’ bij kleding.)
10. Gustung-gusto ko ang *aming* bakasyon. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord voor ‘ons’ bij vakantie.)

1. Hindi ko makita ang *aking* susi. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord voor ‘mijn’ bij sleutel.)
2. Dala mo ba ang *iyong* bag? (Hint: Bezittelijk voornaamwoord voor ‘jouw’ bij tas.)
3. Malinis ang *kaniyang* kwarto. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord voor ‘zijn/haar’ bij kamer.)
4. Nandito ang *aming* guro. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord voor ‘ons’ inclusief spreker bij leraar.)
5. Gusto namin ang *inyong* tulong. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord voor ‘jullie’ bij hulp.)
6. Napakarami ng *kanilang* libro. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord voor ‘hun’ bij boeken.)
7. *Aking* telepono ay nasa mesa. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord voor ‘mijn’ bij telefoon.)
8. Nakita ko ang *iyong* paboritong pelikula. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord voor ‘jouw’ bij film.)
9. Naghugas siya ng *kaniyang* pinggan. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord voor ‘zijn/haar’ bij bord.)
10. Masaya kami sa *aming* tagumpay. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord voor ‘ons’ bij succes.)