Oefening 1: Bezittelijke naamwoorden in het Turks (enkvoud)
2. Waar is *senin* kalemin? (Hint: Gebruik het bezittelijk voornaamwoord van ‘jij’ – jouw)
3. Zij leest *onun* dergisini. (Hint: Gebruik het bezittelijk voornaamwoord van ‘hij/zij/het’ – zijn/haar)
4. Wij bezoeken *bizim* okulumuzu. (Hint: Gebruik het bezittelijk voornaamwoord van ‘wij’ – ons)
5. Jullie zien *sizin* arabanızı. (Hint: Gebruik het bezittelijk voornaamwoord van ‘jullie’ – jullie)
6. Zij kopen *onların* evlerini. (Hint: Gebruik het bezittelijk voornaamwoord van ‘zij’ meervoud – hun)
7. Dit is *benim* arkadaşım. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord van ‘ik’ met het zelfstandig naamwoord ‘vriend’)
8. Ik hoor *senin* sesini. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord van ‘jij’ met het zelfstandig naamwoord ‘stem’)
9. Hij toont *onun* resmi. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord van ‘hij’ met het zelfstandig naamwoord ‘foto’)
10. Wij gebruiken *bizim* bilgisayarımızı. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord van ‘wij’ met het zelfstandig naamwoord ‘computer’)
Oefening 2: Bezittelijke naamwoorden in het Turks (meervoud en combinaties)
2. Waar zijn *senin* kalemlerin? (Hint: Bezittelijk voornaamwoord van ‘jij’ + meervoud van ‘potlood’)
3. Zij houden van *onun* kedilerini. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord van ‘hij/zij’ + meervoud van ‘kat’)
4. Wij bezoeken vaak *bizim* komşularımızı. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord van ‘wij’ + meervoud van ‘buurman’)
5. Jullie vinden *sizin* çantalarınızı mooi. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord van ‘jullie’ + meervoud van ’tas’)
6. Zij missen *onların* arkadaşlarını. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord van ‘zij’ meervoud + meervoud van ‘vriend’)
7. Dit zijn *benim* arabalarım. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord van ‘ik’ + meervoud van ‘auto’)
8. Jij ziet *senin* öğretmenlerini. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord van ‘jij’ + meervoud van ‘leraar’)
9. Hij koopt *onun* kitaplarını. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord van ‘hij’ + meervoud van ‘boek’)
10. Wij gebruiken *bizim* telefonlarımızı dagelijks. (Hint: Bezittelijk voornaamwoord van ‘wij’ + meervoud van ’telefoon’)