Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met betrekkelijke bijzinnen voor Koreaanse grammatica

In deze oefeningen leer je hoe je betrekkelijke bijzinnen in het Koreaans kunt gebruiken. Betrekkelijke bijzinnen geven extra informatie over een zelfstandig naamwoord en worden vaak gevormd door werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden te verbinden met het zelfstandig naamwoord. Let goed op de structuur en de juiste vervoegingen in de voorbeelden hieronder.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Betrekkelijke bijzinnen met werkwoorden in het Koreaans

1. De man *die loopt* is mijn vader. (Gebruik de werkwoordstam van ‘lopen’ gevolgd door een relatieve bijzin)
2. Het boek *dat ik lees* is interessant. (Gebruik de werkwoordstam van ‘lezen’ en voeg een relatieve bijzin toe)
3. De vrouw *die kookt* maakt het eten klaar. (Werkwoord ‘koken’ in relatieve bijzin)
4. Het kind *dat speelt* is mijn buurjongen. (Gebruik werkwoord ‘spelen’ in betrekkelijke bijzin)
5. De docent *die lesgeeft* is erg aardig. (Werkwoord ‘lesgeven’ in relatieve bijzin)
6. De hond *die rent* is snel. (Werkwoord ‘rennen’ in betrekkelijke bijzin)
7. De student *die studeert* slaagt altijd. (Werkwoord ‘studeren’ in relatieve bijzin)
8. De auto *die stopt* is blauw. (Gebruik werkwoord ‘stoppen’ in betrekkelijke bijzin)
9. De jongen *die zingt* heeft een mooie stem. (Werkwoord ‘zingen’ in relatieve bijzin)
10. De plant *die groeit* heeft water nodig. (Werkwoord ‘groeien’ in betrekkelijke bijzin)

Oefening 2: Betrekkelijke bijzinnen met bijvoeglijke naamwoorden in het Koreaans

1. De appel *die rood is* smaakt zoet. (Gebruik het bijvoeglijk naamwoord ‘rood’ in betrekkelijke bijzin)
2. Het huis *dat groot is* is van mijn oom. (Bijvoeglijk naamwoord ‘groot’ in relatieve bijzin)
3. De bloem *die mooi is* ruikt lekker. (Gebruik ‘mooi’ in betrekkelijke bijzin)
4. De film *die spannend is* vind ik leuk. (Bijvoeglijk naamwoord ‘spannend’ in betrekkelijke bijzin)
5. De jas *die warm is* draag ik in de winter. (Gebruik ‘warm’ in betrekkelijke bijzin)
6. Het water *dat koud is* is uit de rivier. (Bijvoeglijk naamwoord ‘koud’ in betrekkelijke bijzin)
7. De stoel *die comfortabel is* zit prettig. (Gebruik ‘comfortabel’ in betrekkelijke bijzin)
8. Het eten *dat lekker is* komt uit Korea. (Bijvoeglijk naamwoord ‘lekker’ in betrekkelijke bijzin)
9. De kamer *die schoon is* is van mijn zus. (Gebruik ‘schoon’ in betrekkelijke bijzin)
10. Het weer *dat mooi is* nodigt uit om te wandelen. (Bijvoeglijk naamwoord ‘mooi’ in betrekkelijke bijzin)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot