Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen met betrekkelijke bijzinnen voor de Nederlandse grammatica

In deze oefeningen leer je hoe je betrekkelijke bijzinnen correct gebruikt in het Nederlands. Betrekkelijke bijzinnen geven extra informatie over een zelfstandig naamwoord en beginnen vaak met woorden als “die”, “dat”, “wie” of “wat”. Let goed op het juiste gebruik van deze betrekkelijke voornaamwoorden en de volgorde van de zin.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Kies het juiste betrekkelijk voornaamwoord

1. Dit is het boek *dat* ik gisteren heb gelezen. (Hint: Gebruik “dat” voor het-woorden of dingen)
2. De vrouw *die* daar loopt, is mijn lerares. (Hint: Gebruik “die” voor de-woorden of personen)
3. Het huis *dat* we kopen, heeft een grote tuin. (Hint: Gebruik “dat” voor het-woorden)
4. De man *die* naast mij zit, is mijn buurman. (Hint: Gebruik “die” voor personen)
5. Ik ken iemand *die* heel goed kan zingen. (Hint: Gebruik “die” voor personen)
6. Het cadeau *dat* ik kreeg, was erg mooi. (Hint: Gebruik “dat” voor het-woorden)
7. De kinderen *die* buiten spelen, zijn mijn neefjes. (Hint: Gebruik “die” voor personen)
8. Dit is het meisje *dat* je gisteren hebt ontmoet. (Hint: Gebruik “dat” voor het-woorden als het onderwerp)
9. De auto *die* voor het huis staat, is nieuw. (Hint: Gebruik “die” voor de-woorden)
10. Het restaurant *dat* we bezochten, was erg gezellig. (Hint: Gebruik “dat” voor het-woorden)

Oefening 2: Vul de juiste betrekkelijke bijzin in

1. De leraar *die* altijd streng is, gaf ons huiswerk. (Hint: Gebruik “die” voor personen als onderwerp van de bijzin)
2. Het schilderij *dat* in de woonkamer hangt, is van mijn opa. (Hint: Gebruik “dat” voor het-woorden als onderwerp)
3. De studenten *die* hard werken, slagen meestal. (Hint: Gebruik “die” voor personen)
4. Het boek *dat* op tafel ligt, is van mij. (Hint: Gebruik “dat” voor het-woorden als onderwerp)
5. De film *die* we gisteren zagen, was erg spannend. (Hint: Gebruik “die” voor de-woorden of personen)
6. De man *die* je aan de telefoon sprak, is mijn collega. (Hint: Gebruik “die” voor personen)
7. Het meisje *dat* een rode jas draagt, is mijn zusje. (Hint: Gebruik “dat” voor het-woorden)
8. De huizen *die* aan het water staan, zijn duur. (Hint: Gebruik “die” voor de-woorden meervoud)
9. Het liedje *dat* je zingt, ken ik goed. (Hint: Gebruik “dat” voor het-woorden)
10. De mensen *die* hier wonen, zijn vriendelijk. (Hint: Gebruik “die” voor personen)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot