1. *Ta* knjiga je zelo zanimiva. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor vrouwelijk enkelvoud in nominatief)
2. *Ta* stol je udoben. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor mannelijk enkelvoud in nominatief)
3. *To* okno je odprto. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor onzijdig enkelvoud in nominatief)
4. *Ti* fantje so moji prijatelji. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor mannelijk meervoud in nominatief)
5. *Te* mize so nove. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor vrouwelijk meervoud in nominatief)
6. *Ta* avto je rdeč. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor mannelijk enkelvoud in nominatief)
7. *To* dekle je prijazno. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor onzijdig enkelvoud in nominatief)
8. *Ti* psi so glasni. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor mannelijk meervoud in nominatief)
9. *Te* rože so lepe. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor vrouwelijk meervoud in nominatief)
10. *Ta* telefon je nov. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor mannelijk enkelvoud in nominatief)

1. Vidim *tisto* knjigo. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor vrouwelijk enkelvoud in accusatief)
2. Kupujem *tistega* stola. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor mannelijk enkelvoud in accusatief)
3. Odprto imam *tisto* okno. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor onzijdig enkelvoud in accusatief)
4. Poznam *tiste* fante. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor mannelijk meervoud in accusatief)
5. Čistim *tiste* mize. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor vrouwelijk meervoud in accusatief)
6. Vozim *tisti* avto. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor mannelijk enkelvoud in accusatief)
7. Opazim *tisto* dekle. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor onzijdig enkelvoud in accusatief)
8. Iščem *tiste* pse. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor mannelijk meervoud in accusatief)
9. Cvetje zalivam *tisto*. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor vrouwelijk meervoud in accusatief)
10. Telefon sem kupil *tisti*. (Gebruik het bepaalde lidwoord voor mannelijk enkelvoud in accusatief)