Oefening 1: Bepaalde lidwoorden met mannelijke zelfstandige naamwoorden
2. *O* neno xoga no parque. (Gebruik het mannelijke bepaalde lidwoord voor enkelvoud)
3. Vexo *o* coche na rúa. (Gebruik het mannelijke bepaalde lidwoord voor enkelvoud)
4. *O* gato durme no sofá. (Gebruik het mannelijke bepaalde lidwoord voor enkelvoud)
5. *O* día está soleado. (Gebruik het mannelijke bepaalde lidwoord voor enkelvoud)
6. Escoito *o* son da música. (Gebruik het mannelijke bepaalde lidwoord voor enkelvoud)
7. *O* mercado abre ás oito. (Gebruik het mannelijke bepaalde lidwoord voor enkelvoud)
8. Quero *o* pan, por favor. (Gebruik het mannelijke bepaalde lidwoord voor enkelvoud)
9. *O* amigo chegou tarde. (Gebruik het mannelijke bepaalde lidwoord voor enkelvoud)
10. Prego *o* xornal cada mañá. (Gebruik het mannelijke bepaalde lidwoord voor enkelvoud)
Oefening 2: Bepaalde lidwoorden met vrouwelijke zelfstandige naamwoorden
2. Vexo *a* fiestra aberta. (Gebruik het vrouwelijke bepaalde lidwoord voor enkelvoud)
3. *A* nena canta moi ben. (Gebruik het vrouwelijke bepaalde lidwoord voor enkelvoud)
4. Gustaríame visitar *a* cidade. (Gebruik het vrouwelijke bepaalde lidwoord voor enkelvoud)
5. *A* flor é fermosa. (Gebruik het vrouwelijke bepaalde lidwoord voor enkelvoud)
6. Escribo unha carta para *a* amiga. (Gebruik het vrouwelijke bepaalde lidwoord voor enkelvoud)
7. *A* noite está fría. (Gebruik het vrouwelijke bepaalde lidwoord voor enkelvoud)
8. Pasa pola rúa diante de *a* escola. (Gebruik het vrouwelijke bepaalde lidwoord voor enkelvoud)
9. Gosto de *a* música galega. (Gebruik het vrouwelijke bepaalde lidwoord voor enkelvoud)
10. *A* praia está lonxe. (Gebruik het vrouwelijke bepaalde lidwoord voor enkelvoud)