Oefening 1: Agent-voorzetsels met het voorzetsel “менен” (met)
2. Ол *жүрді* мектеппен. (Gebruik het juiste agent-voorzetsel om aan te geven met wat hij liep.)
3. Біз *ойнадық* футболмен кеште. (Welk voorzetsel gebruik je om aan te geven met wat we speelden?)
4. Ана *дастарханды* безендірді гүлмен. (Welk agent-voorzetsel hoort bij “met bloemen”?)
5. Олар *жұмысты* аяқтады командамен. (Welk voorzetsel gebruik je om te zeggen “met het team”?)
6. Сен *келдің* автобуспен? (Gebruik het juiste agent-voorzetsel om de vervoermiddel aan te geven.)
7. Біз *сөйлестік* ұстазбен сағатта. (Welk voorzetsel hoort bij “met de leraar”?)
8. Ол *кетті* поездмен Алматыға. (Welk agent-voorzetsel gebruik je voor “met de trein”?)
9. Мен *жазамын* хатты анаммен. (Gebruik het juiste voorzetsel voor “met mijn moeder” in de zin.)
10. Олар *тасты* жолмен. (Welk agent-voorzetsel hoort bij “met de steen”?)
Oefening 2: Agent-voorzetsels met het voorzetsel “арқылы” (door middel van)
2. Біз *отырамыз* онлайн арқылы сабақта. (Welk voorzetsel hoort bij “door middel van online”?)
3. Мен *алдым* ақпаратты интернет арқылы. (Gebruik het juiste agent-voorzetsel om het middel aan te geven.)
4. Олар *жөнелтті* пакетті курьер арқылы. (Welk agent-voorzetsel gebruik je voor “door middel van koerier”?)
5. Сен *жұмыс істейсің* компьютер арқылы ма? (Gebruik het voorzetsel voor “door middel van een computer”.)
6. Біз *бастаймыз* жобаны электрондық пошта арқылы. (Welk voorzetsel hoort bij “door middel van e-mail”?)
7. Ол *қабылдады* хабарламаны телефон арқылы. (Gebruik het juiste agent-voorzetsel voor “door middel van telefoon”.)
8. Мен *жасадым* тапсырысты сайт арқылы. (Welk voorzetsel hoort bij “door middel van een website”?)
9. Олар *жеткізді* тауарды жүк арқылы. (Gebruik het juiste agent-voorzetsel voor “door middel van vracht”.)
10. Сен *оқыдың* хабарды газет арқылы ма? (Welk agent-voorzetsel gebruik je voor “door middel van krant”?)