Oefening 1: Adjectiefuitgangen bij mannelijke zelfstandige naamwoorden
2. मेरे पास *नए* जूते हैं। (Hint: Gebruik de mannelijke meervoudsvorm van het adjectief ‘nieuw’ bij een mannelijk zelfstandig naamwoord)
3. वह एक *बड़ा* कमरा है। (Hint: Gebruik de mannelijke enkelvoudsvorm van het adjectief ‘groot’ bij een mannelijk zelfstandig naamwoord)
4. ये *अच्छे* दोस्त हैं। (Hint: Gebruik de mannelijke meervoudsvorm van het adjectief ‘goed’ bij een mannelijk zelfstandig naamwoord)
5. उसका *पुराना* फोन टूटा हुआ है। (Hint: Gebruik de mannelijke enkelvoudsvorm van het adjectief ‘oud’ bij een mannelijk zelfstandig naamwoord)
6. वे *सुंदर* फूल हैं। (Hint: Gebruik de mannelijke meervoudsvorm van het adjectief ‘mooi’ bij een mannelijk zelfstandig naamwoord)
7. मेरा *ताज़ा* खाना स्वादिष्ट है। (Hint: Gebruik de mannelijke enkelvoudsvorm van het adjectief ‘vers’ bij een mannelijk zelfstandig naamwoord)
8. वे *तेज़* छात्र हैं। (Hint: Gebruik de mannelijke meervoudsvorm van het adjectief ‘snel’ bij een mannelijk zelfstandig naamwoord)
9. यह एक *सस्ता* होटल है। (Hint: Gebruik de mannelijke enkelvoudsvorm van het adjectief ‘goedkoop’ bij een mannelijk zelfstandig naamwoord)
10. हमारे *पुराने* घर बहुत बड़े थे। (Hint: Gebruik de mannelijke meervoudsvorm van het adjectief ‘oud’ bij een mannelijk zelfstandig naamwoord)
Oefening 2: Adjectiefuitgangen bij vrouwelijke zelfstandige naamwoorden
2. मेरी *नई* कार बहुत तेज़ है। (Hint: Gebruik de vrouwelijke enkelvoudsvorm van het adjectief ‘nieuw’ bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord)
3. ये *अच्छी* लड़कियां हैं। (Hint: Gebruik de vrouwelijke meervoudsvorm van het adjectief ‘goed’ bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord)
4. उसकी *पुरानी* घड़ी टूट गई है। (Hint: Gebruik de vrouwelijke enkelvoudsvorm van het adjectief ‘oud’ bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord)
5. वे *सुंदर* तस्वीरें हैं। (Hint: Gebruik de vrouwelijke meervoudsvorm van het adjectief ‘mooi’ bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord)
6. मेरी *ताज़ा* रोटी स्वादिष्ट है। (Hint: Gebruik de vrouwelijke enkelvoudsvorm van het adjectief ‘vers’ bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord)
7. ये *तेज़* छात्राएं हैं। (Hint: Gebruik de vrouwelijke meervoudsvorm van het adjectief ‘snel’ bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord)
8. वह एक *सस्ती* झोली है। (Hint: Gebruik de vrouwelijke enkelvoudsvorm van het adjectief ‘goedkoop’ bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord)
9. हमारी *नई* बहन स्कूल जाती है। (Hint: Gebruik de vrouwelijke enkelvoudsvorm van het adjectief ‘nieuw’ bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord)
10. ये *पुरानी* किताबें बहुत मूल्यवान हैं। (Hint: Gebruik de vrouwelijke meervoudsvorm van het adjectief ‘oud’ bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord)