Oefening 1: Adjectieven vóór het zelfstandig naamwoord
2. Zij heeft een *розумна* дівчина als vriendin. (Hint: Adjectieven die een eigenschap benadrukken staan meestal vóór het zelfstandig naamwoord)
3. We zagen een *старий* чоловік in het park. (Hint: Gebruik het adjectief vóór het zelfstandig naamwoord om een beschrijving te geven)
4. Hij kocht een *новий* телефон gisteren. (Hint: Nieuwe of recente dingen worden vaak met het adjectief vóór het zelfstandig naamwoord beschreven)
5. Ik heb een *велика* кімната gehuurd. (Hint: Bij maten en hoeveelheden staat het adjectief vóór het zelfstandig naamwoord)
6. Zij draagt een *красива* сукня vandaag. (Hint: Bij kledingstukken wordt het adjectief meestal vóór het zelfstandig naamwoord geplaatst)
7. We hebben een *цікавий* фільм gekeken. (Hint: Bij het uitdrukken van meningen komt het adjectief vóór het zelfstandig naamwoord)
8. Hij las een *корисна* книга voor zijn studie. (Hint: Bij gebruiksvoorwerpen en eigenschappen staat het adjectief vóór het zelfstandig naamwoord)
9. Zij heeft een *добрий* друг ontmoet. (Hint: Bij persoonlijke relaties staat het adjectief vóór het zelfstandig naamwoord)
10. Dit is een *смачний* торт voor het feest. (Hint: Bij voedsel en smaken staat het adjectief vóór het zelfstandig naamwoord)
Oefening 2: Adjectieven ná het zelfstandig naamwoord
2. Вона дівчина *розумна*, die we gisteren ontmoetten. (Hint: Bij een bijstelling of nadere toelichting staat het adjectief ná het zelfstandig naamwoord)
3. Ми побачили чоловік *старий* in het park. (Hint: Adjectieven na het zelfstandig naamwoord kunnen een karaktereigenschap benadrukken)
4. Він купив телефон *новий* gisteren. (Hint: Bij het benadrukken van een eigenschap kan het adjectief na het zelfstandig naamwoord staan)
5. Я орендував кімната *велика*. (Hint: Soms staat het adjectief ná het zelfstandig naamwoord om de omvang te benadrukken)
6. Вона носить сукня *красива* vandaag. (Hint: Poëtische of literaire stijl plaatst het adjectief na het zelfstandig naamwoord)
7. Ми дивилися фільм *цікавий*. (Hint: Bij het uitdrukken van een indruk kan het adjectief ná het zelfstandig naamwoord staan)
8. Він читав книга *корисна* voor zijn studie. (Hint: Nadere uitleg kan het adjectief ná het zelfstandig naamwoord plaatsen)
9. Вона зустріла друг *добрий*. (Hint: Bij persoonlijke relaties kan het adjectief ná het zelfstandig naamwoord voor nadruk staan)
10. Це торт *смачний* voor het feest. (Hint: Om smaak te benadrukken staat het adjectief soms ná het zelfstandig naamwoord)