Oefening 1: Abstracte zelfstandige naamwoorden herkennen
2. Haar *אהבה* (liefde) voor muziek is groot. Hint: Dit woord betekent “liefde”.
3. *שלום* (vrede) is wat iedereen wil. Hint: Dit woord betekent “vrede”.
4. Het *כבוד* (eer) van de familie is essentieel. Hint: Dit woord betekent “eer”.
5. *חופש* (vrijheid) geeft mensen kracht. Hint: Dit woord betekent “vrijheid”.
6. De *אמת* (waarheid) komt altijd aan het licht. Hint: Dit woord betekent “waarheid”.
7. *תקווה* (hoop) helpt ons moeilijke tijden door. Hint: Dit woord betekent “hoop”.
8. Haar *אהבה* (liefde) is onvoorwaardelijk. Hint: Dit woord betekent “liefde”.
9. *אומץ* (moed) is nodig om uitdagingen aan te gaan. Hint: Dit woord betekent “moed”.
10. De *חכמה* (wijsheid) van de oude man is groot. Hint: Dit woord betekent “wijsheid”.
Oefening 2: Abstracte zelfstandige naamwoorden toepassen
2. *כבוד* (eer) moet je aan iedereen geven. Hint: Dit woord betekent “eer”.
3. Ze voelt veel *אהבה* (liefde) voor haar familie. Hint: Dit woord betekent “liefde”.
4. *תקווה* (hoop) houdt ons optimistisch. Hint: Dit woord betekent “hoop”.
5. Het is belangrijk om *אמת* (waarheid) te spreken. Hint: Dit woord betekent “waarheid”.
6. *חופש* (vrijheid) is een basisrecht. Hint: Dit woord betekent “vrijheid”.
7. Je hebt veel *אומץ* (moed) getoond vandaag. Hint: Dit woord betekent “moed”.
8. *חכמה* (wijsheid) helpt bij het maken van goede keuzes. Hint: Dit woord betekent “wijsheid”.
9. Een leven zonder *אהבה* (liefde) is leeg. Hint: Dit woord betekent “liefde”.
10. We moeten altijd streven naar *שלום* (vrede). Hint: Dit woord betekent “vrede”.