1. Haar *мудрасць* helpt haar altijd goede beslissingen te nemen. (Hint: het betekent ‘wijsheid’)
2. De *каханне* tussen hen groeit elke dag sterker. (Hint: het betekent ‘liefde’)
3. Vriendschap, of *сябарства*, is erg belangrijk in het leven. (Hint: het betekent ‘vriendschap’)
4. Zijn *свабода* is voor hem het allerbelangrijkste. (Hint: het betekent ‘vrijheid’)
5. We moeten meer *павага* tonen voor elkaar. (Hint: het betekent ‘respect’)
6. *Цярпенне* helpt je moeilijke tijden door te komen. (Hint: het betekent ‘geduld’)
7. Haar *радасць* was duidelijk na het goede nieuws. (Hint: het betekent ‘vreugde’)
8. *Павага* voor de natuur is noodzakelijk voor onze toekomst. (Hint: het betekent ‘respect’)
9. De *справядлівасць* moet altijd worden nageleefd. (Hint: het betekent ‘rechtvaardigheid’)
10. *Веданне* opent de deuren naar succes. (Hint: het betekent ‘kennis’)

1. Hij toont altijd veel *цярпенне* als hij met kinderen werkt. (Hint: het betekent ‘geduld’)
2. *Любоў* is het mooiste gevoel dat je kunt ervaren. (Hint: het betekent ‘liefde’)
3. Om gelukkig te zijn, heb je *радасць* nodig. (Hint: het betekent ‘vreugde’)
4. *Свабода* betekent dat je je eigen keuzes kunt maken. (Hint: het betekent ‘vrijheid’)
5. Ze bewonderde zijn *мудрасць* in moeilijke situaties. (Hint: het betekent ‘wijsheid’)
6. Zonder *справядлівасць* kan er geen vrede zijn. (Hint: het betekent ‘rechtvaardigheid’)
7. *Веданне* is de sleutel tot vooruitgang. (Hint: het betekent ‘kennis’)
8. Zijn *павага* voor ouderen is groot. (Hint: het betekent ‘respect’)
9. *Сяброўства* kan levenslang duren. (Hint: het betekent ‘vriendschap’)
10. Ze toonde veel *цярпенне* tijdens het leren. (Hint: het betekent ‘geduld’)