1. De *любов* (liefde) tussen vrienden is erg belangrijk.
2. Haar *смелост* (moed) hielp haar het moeilijke examen te maken.
3. *Мъдростта* (wijsheid) komt vaak met ervaring.
4. Hij waardeert eerlijkheid en *честност* (eerlijkheid) in mensen.
5. *Силата* (kracht) van het team ligt in samenwerking.
6. Het is belangrijk om *търпение* (geduld) te hebben in moeilijke tijden.
7. *Свободата* (vrijheid) is een fundamenteel recht voor iedereen.
8. Zij voelt veel *радост* (vreugde) bij het zien van haar familie.
9. *Тъгата* (verdriet) kan soms moeilijk te verwerken zijn.
10. De *приятелство* (vriendschap) tussen hen is al jaren sterk.

1. Zijn *отговорност* (verantwoordelijkheid) tegenover zijn werk is groot.
2. *Надеждата* (hoop) helpt mensen door moeilijke periodes.
3. De *вяра* (geloof) in jezelf is essentieel voor succes.
4. Ze toonde veel *търпение* (geduld) tijdens de les.
5. *Мъдростта* (wijsheid) van ouderen wordt vaak gewaardeerd.
6. *Любовта* (liefde) kan mensen sterker maken.
7. We hebben respect voor zijn *честност* (eerlijkheid).
8. De *свобода* (vrijheid) om te kiezen is belangrijk.
9. Haar *радост* (vreugde) was zichtbaar op haar gezicht.
10. Het tonen van *смелост* (moed) kan nieuwe kansen openen.