Oefening 1: Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord (geslacht en getal)
2. *Гэта* кніга цікавая. (Kies het aanwijzend voornaamwoord voor een vrouwelijk enkelvoudig zelfstandig naamwoord)
3. *Гэтыя* дзеці гуляюць у двары. (Kies het aanwijzend voornaamwoord voor een meervoudig zelfstandig naamwoord)
4. *Гэты* стол зроблены з дрэва. (Kies het aanwijzend voornaamwoord voor een mannelijk enkelvoudig zelfstandig naamwoord)
5. *Гэта* кветка пахне прыемна. (Kies het aanwijzend voornaamwoord voor een vrouwelijk enkelvoudig zelfstandig naamwoord)
6. *Гэтыя* кнігі ляжаць на стале. (Kies het aanwijzend voornaamwoord voor een meervoudig zelfstandig naamwoord)
7. *Гэты* чалавек мой сябра. (Kies het aanwijzend voornaamwoord voor een mannelijk enkelvoudig zelfstandig naamwoord)
8. *Гэта* машына новая. (Kies het aanwijzend voornaamwoord voor een vrouwelijk enkelvoudig zelfstandig naamwoord)
9. *Гэтыя* каты спяць на падлозе. (Kies het aanwijzend voornaamwoord voor een meervoudig zelfstandig naamwoord)
10. *Гэты* рахунак правільны. (Kies het aanwijzend voornaamwoord voor een mannelijk enkelvoudig zelfstandig naamwoord)
Oefening 2: Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in op basis van context
2. Я хачу купіць *гэты* стол. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor mannelijk enkelvoud)
3. *Гэтыя* кветкі вельмі прыгожыя. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor meervoud)
4. Мы любім *гэту* музыку. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor vrouwelijk enkelvoud)
5. Ён паказаў на *гэты* дом. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor mannelijk enkelvoud)
6. *Гэтыя* людзі працуюць разам. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor meervoud)
7. Я пішу пра *гэту* гісторыю. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor vrouwelijk enkelvoud)
8. *Гэты* чалавек вельмі добры. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor mannelijk enkelvoud)
9. Мы ўбачылі *гэтыя* птушкі ў парку. (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor meervoud)
10. Дзе знаходзіцца *гэта* кніга? (Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor vrouwelijk enkelvoud)