1. *Ovaj* sto je veoma star. (Hint: Gebruik “ovaj” voor mannelijk enkelvoud dichtbij)
2. *Ova* knjiga je veoma zanimljiva. (Hint: Gebruik “ova” voor vrouwelijk enkelvoud dichtbij)
3. *Ovo* dete je moj brat. (Hint: Gebruik “ovo” voor onzijdig enkelvoud dichtbij)
4. *Onaj* čovek stoji tamo. (Hint: Gebruik “onaj” voor mannelijk enkelvoud verder weg)
5. *Ona* kuća je plava. (Hint: Gebruik “ona” voor vrouwelijk enkelvoud verder weg)
6. *Ono* je moje pismo. (Hint: Gebruik “ono” voor onzijdig enkelvoud verder weg)
7. *Ovaj* pas je veoma prijateljski. (Hint: Mannelijk enkelvoud dichtbij)
8. *Ova* haljina je skupa. (Hint: Vrouwelijk enkelvoud dichtbij)
9. *Ovo* je moj telefon. (Hint: Onzijdig enkelvoud dichtbij)
10. *Onaj* auto je brz. (Hint: Mannelijk enkelvoud verder weg)

1. *Ovi* ljudi su moji prijatelji. (Hint: Gebruik “ovi” voor mannelijk meervoud dichtbij)
2. *Ove* kuće su stare. (Hint: Gebruik “ove” voor vrouwelijk meervoud dichtbij)
3. *Ova* deca su srećna. (Hint: Gebruik “ova” voor onzijdig meervoud dichtbij, let op dat “deca” is meervoud)
4. *Oni* ljudi su daleko. (Hint: Gebruik “oni” voor mannelijk meervoud verder weg)
5. *One* žene su učiteljice. (Hint: Gebruik “one” voor vrouwelijk meervoud verder weg)
6. *Ona* mesta su zanimljiva. (Hint: Gebruik “ona” voor onzijdig meervoud verder weg)
7. *Ovi* stolovi su veliki. (Hint: Mannelijk meervoud dichtbij)
8. *Ove* cipele su nove. (Hint: Vrouwelijk meervoud dichtbij)
9. *Ova* vrata su otvorena. (Hint: Onzijdig meervoud dichtbij)
10. *Oni* ljudi rade naporno. (Hint: Mannelijk meervoud verder weg)