Oefening 1: Aanwijzende voornaamwoorden in het nominatief
2. *Эта* книга ligt op tafel. (Hint: vrouwelijk enkelvoud nominatief, betekent “deze”).
3. *Это* окно is open. (Hint: onzijdig enkelvoud nominatief, betekent “dit”).
4. *Эти* дома staan in het park. (Hint: meervoud nominatief, betekent “deze”).
5. *Этот* компьютер is nieuw. (Hint: mannelijk enkelvoud nominatief, aanwijzend voornaamwoord voor “deze”).
6. *Эта* лампа geeft licht. (Hint: vrouwelijk enkelvoud nominatief, gebruik “deze”).
7. *Это* письмо is belangrijk. (Hint: onzijdig enkelvoud nominatief, betekent “dit”).
8. *Эти* дети spelen buiten. (Hint: meervoud nominatief, betekent “deze”).
9. *Этот* человек is mijn vriend. (Hint: mannelijk enkelvoud nominatief, betekent “deze”).
10. *Эта* машина is snel. (Hint: vrouwelijk enkelvoud nominatief, betekent “deze”).
Oefening 2: Aanwijzende voornaamwoorden in de accusatief
2. Zij koopt *эту* jurk. (Hint: vrouwelijk enkelvoud accusatief, dezelfde als nominatief).
3. Wij openen *это* raam. (Hint: onzijdig enkelvoud accusatief, gelijk aan nominatief).
4. Hij kent *этих* vrienden goed. (Hint: meervoud accusatief levend, verandert van vorm).
5. Ik heb *этот* boek gelezen. (Hint: mannelijk enkelvoud accusatief, niet-levend).
6. Zij draagt *эту* tas. (Hint: vrouwelijk enkelvoud accusatief).
7. Wij zoeken *это* huis. (Hint: onzijdig enkelvoud accusatief).
8. Hij helpt *этих* kinderen. (Hint: meervoud accusatief levend).
9. Jij ziet *этого* man. (Hint: mannelijk enkelvoud accusatief levend, verandert vorm).
10. Zij koopt *эту* bloem. (Hint: vrouwelijk enkelvoud accusatief).