Oefening 1: Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord (mannelijk enkelvoud)
2. Îmi place *acela* cartea de pe masă. (Hint: Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor ‘die’ bij mannelijk enkelvoud.)
3. *Acesta* prieten este foarte amabil. (Hint: ‘Deze’ vriend, mannelijk enkelvoud.)
4. Vrei să cumperi *acela* creion? (Hint: ‘Die’ potlood, mannelijk enkelvoud.)
5. *Acesta* telefon este nou. (Hint: ‘Deze’ telefoon, mannelijk enkelvoud.)
6. Nu cunosc pe *acela* bărbat. (Hint: ‘Die’ man, mannelijk enkelvoud.)
7. *Acesta* câine este prietenos. (Hint: ‘Deze’ hond, mannelijk enkelvoud.)
8. Uită-te la *acela* munte de departe. (Hint: ‘Die’ berg, mannelijk enkelvoud.)
9. *Acesta* profesor ne ajută mult. (Hint: ‘Deze’ leraar, mannelijk enkelvoud.)
10. Îmi place *acela* film. (Hint: ‘Die’ film, mannelijk enkelvoud.)
Oefening 2: Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord (vrouwelijk en meervoud)
2. Îmi plac *acelea* flori din grădină. (Hint: Gebruik het aanwijzend voornaamwoord voor ‘die’ bij vrouwelijk meervoud.)
3. *Aceasta* carte este interesantă. (Hint: ‘Deze’ boek (vrouwelijk), enkelvoud.)
4. Vreau să cumpăr *acelea* rochii. (Hint: ‘Die’ jurken, vrouwelijk meervoud.)
5. *Aceasta* mașină este roșie. (Hint: ‘Deze’ auto, vrouwelijk enkelvoud.)
6. Am vorbit cu *acelea* femei. (Hint: ‘Die’ vrouwen, vrouwelijk meervoud.)
7. *Aceasta* casă este veche. (Hint: ‘Deze’ huis, vrouwelijk enkelvoud.)
8. Îmi place *acelea* cărți de pe raft. (Hint: ‘Die’ boeken, vrouwelijk meervoud.)
9. *Aceasta* prietenă este amabilă. (Hint: ‘Deze’ vriendin, vrouwelijk enkelvoud.)
10. Observă *acelea* păsări în copac. (Hint: ‘Die’ vogels, vrouwelijk meervoud.)