1. *Este* libro é moi interesante. (Hint: Gebruik ‘este’ voor een mannelijk zelfstandig naamwoord dichtbij.)
2. *Esa* casa é moi grande. (Hint: Gebruik ‘esa’ voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord dat verder weg is.)
3. *Aquel* coche é moi rápido. (Hint: Gebruik ‘aquel’ voor een mannelijk zelfstandig naamwoord ver weg.)
4. *Esta* mesa está limpa. (Hint: Gebruik ‘esta’ voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord dichtbij.)
5. *Ese* xornal é novo. (Hint: Gebruik ‘ese’ voor een mannelijk zelfstandig naamwoord dat dichtbij is.)
6. *Aquella* árbore é moi alta. (Hint: Gebruik ‘aquella’ voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord ver weg.)
7. *Este* teléfono funciona ben. (Hint: Gebruik ‘este’ voor een mannelijk zelfstandig naamwoord dichtbij.)
8. *Esa* cadeira está rota. (Hint: Gebruik ‘esa’ voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord dat dichtbij is.)
9. *Aquel* río é longo. (Hint: Gebruik ‘aquel’ voor een mannelijk zelfstandig naamwoord ver weg.)
10. *Esta* cociña é nova. (Hint: Gebruik ‘esta’ voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord dichtbij.)

1. *Estes* libros están na mesa. (Hint: Gebruik ‘estes’ voor mannelijke meervoud dichtbij.)
2. *Esas* flores son bonitas. (Hint: Gebruik ‘esas’ voor vrouwelijke meervoud dat verder weg is.)
3. *Aqueles* amigos son simpáticos. (Hint: Gebruik ‘aqueles’ voor mannelijke meervoud ver weg.)
4. *Estas* sillas están limpas. (Hint: Gebruik ‘estas’ voor vrouwelijke meervoud dichtbij.)
5. *Eses* zapatos son novos. (Hint: Gebruik ‘eses’ voor mannelijke meervoud dat dichtbij is.)
6. *Aquelas* montañas son altas. (Hint: Gebruik ‘aquelas’ voor vrouwelijke meervoud ver weg.)
7. *Estes* coches son rápidos. (Hint: Gebruik ‘estes’ voor mannelijke meervoud dichtbij.)
8. *Esas* portas están pechadas. (Hint: Gebruik ‘esas’ voor vrouwelijke meervoud dat dichtbij is.)
9. *Aqueles* días foron felices. (Hint: Gebruik ‘aqueles’ voor mannelijke meervoud ver weg.)
10. *Estas* praias son fermosas. (Hint: Gebruik ‘estas’ voor vrouwelijke meervoud dichtbij.)