Oefening 1: Aanwijzende bijvoeglijke naamwoorden in de nominatief
2. *Táto* žena je učiteľka. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor vrouwelijk enkelvoud in nominatief)
3. *Toto* dieťa je moje. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor onzijdig enkelvoud in nominatief)
4. *Títo* muži sú naši priatelia. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor mannelijk meervoud in nominatief)
5. *Tieto* ženy sú lekárky. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor vrouwelijk meervoud in nominatief)
6. *Tieto* stoly sú nové. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor onzijdig meervoud in nominatief)
7. *Tento* dom je veľký. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor mannelijk enkelvoud in nominatief)
8. *Táto* kniha je zaujímavá. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor vrouwelijk enkelvoud in nominatief)
9. *Toto* auto je rýchle. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor onzijdig enkelvoud in nominatief)
10. *Títo* študenti sú usilovní. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor mannelijk meervoud in nominatief)
Oefening 2: Aanwijzende bijvoeglijke naamwoorden in de accusatief
2. Pozerám sa na *túto* ženu. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor vrouwelijk enkelvoud in accusatief)
3. Mám rád *toto* dieťa. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor onzijdig enkelvoud in accusatief)
4. Vidím *týchto* mužov. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor mannelijk meervoud levend in accusatief)
5. Poznávam *tieto* ženy. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor vrouwelijk meervoud in accusatief)
6. Čistím *tieto* stoly. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor onzijdig meervoud in accusatief)
7. Kúpim *tento* dom. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor mannelijk enkelvoud in accusatief)
8. Čítam *túto* knihu. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor vrouwelijk enkelvoud in accusatief)
9. Opravujem *toto* auto. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor onzijdig enkelvoud in accusatief)
10. Volám *týchto* študentov. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor mannelijk meervoud levend in accusatief)