Oefening 1: Aanwijzende bijvoeglijke naamwoorden voor dichtbij
2. Sən *bu* evdə yaşayırsan. (Kies het juiste aanwijzende bijvoeglijk naamwoord voor ‘dit’ huis dichtbij.)
3. Onlar *bu* uşaqları tanıyırlar. (Vul het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord in dat ‘deze’ kinderen dichtbij aanduidt.)
4. Mənim *bu* qələmim itdi. (Gebruik het aanwijzend woord voor ‘deze’ pen dichtbij.)
5. Sən *bu* çiçəkləri bağa qoydun. (Vul het juiste aanwijzend bijvoeglijk naamwoord in voor ‘deze’ bloemen dichtbij.)
6. Biz *bu* stolun üstündə yemək yedik. (Kies het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord dat ‘deze’ tafel dichtbij betekent.)
7. O, *bu* paltarı bəyənir. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor ‘deze’ jurk dichtbij.)
8. Mən *bu* şəkili çox sevirəm. (Vul het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord in dat ‘deze’ foto dichtbij aanduidt.)
9. Siz *bu* məktəbdə dərs deyirsiniz. (Kies het juiste aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor ‘deze’ school dichtbij.)
10. Onlar *bu* oyunları oynayırlar. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord dat ‘deze’ spellen dichtbij betekent.)
Oefening 2: Aanwijzende bijvoeglijke naamwoorden voor verder weg
2. Sən *o* evdə yaşayırsan. (Kies het juiste aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor ‘dat’ huis verder weg.)
3. Onlar *o* uşaqları tanıyırlar. (Vul het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord in dat ‘die’ kinderen verder weg aanduidt.)
4. Mənim *o* qələmim itdi. (Gebruik het aanwijzend woord voor ‘die’ pen verder weg.)
5. Sən *o* çiçəkləri bağa qoydun. (Vul het juiste aanwijzend bijvoeglijk naamwoord in voor ‘die’ bloemen verder weg.)
6. Biz *o* stolun üstündə yemək yedik. (Kies het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord dat ‘die’ tafel verder weg betekent.)
7. O, *o* paltarı bəyənir. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor ‘die’ jurk verder weg.)
8. Mən *o* şəkili çox sevirəm. (Vul het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord in dat ‘die’ foto verder weg aanduidt.)
9. Siz *o* məktəbdə dərs deyirsiniz. (Kies het juiste aanwijzend bijvoeglijk naamwoord voor ‘die’ school verder weg.)
10. Onlar *o* oyunları oynayırlar. (Gebruik het aanwijzend bijvoeglijk naamwoord dat ‘die’ spellen verder weg betekent.)