Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen in het gebruik van voorzetsels voor de Deense grammatica

In deze oefeningen leer je hoe je de juiste voorzetsels in het Deens gebruikt. Let goed op de context en de bijbehorende aanwijzingen, zoals tijd, plaats en richting. Kies het juiste voorzetsel en schrijf het woord tussen sterretjes *zoals dit*.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Voorzetsels van plaats

1. Bogen ligger *på* bordet. (Hint: gebruik het voorzetsel voor iets dat op een oppervlak ligt)
2. Katten gemmer sig *under* stolen. (Hint: gebruik het voorzetsel voor iets dat onder iets anders is)
3. Vi bor *i* et stort hus. (Hint: gebruik het voorzetsel voor binnen een ruimte)
4. Bilen står *ved* huset. (Hint: gebruik het voorzetsel dat dichtbij een gebouw wordt gebruikt)
5. Børnene leger *bag* træet. (Hint: gebruik het voorzetsel voor iets achter iets anders)
6. Fuglen sidder *på* taget. (Hint: gebruik het voorzetsel voor iets dat op een oppervlak zit)
7. Postkassen er *ved siden af* døren. (Hint: gebruik het voorzetsel voor iets naast iets anders)
8. Han går *gennem* parken. (Hint: gebruik het voorzetsel voor iets dat doorkruist wordt)
9. Vi mødes *foran* biografen. (Hint: gebruik het voorzetsel voor iets dat voor iets anders ligt)
10. Bogen ligger *imellem* to andre bøger. (Hint: gebruik het voorzetsel voor iets dat tussen twee dingen ligt)

Oefening 2: Voorzetsels van tijd en richting

1. Mødet starter *klokken* otte. (Hint: gebruik het voorzetsel voor een specifiek tijdstip)
2. Vi arbejder *fra* mandag *til* fredag. (Hint: gebruik voorzetsels voor begin en einde van een periode)
3. Hun kommer *efter* frokost. (Hint: gebruik het voorzetsel voor iets dat gebeurt na een tijd)
4. Vi tager til stranden *om* sommeren. (Hint: gebruik het voorzetsel voor seizoenen of delen van de dag)
5. Han rejser *mod* nord. (Hint: gebruik het voorzetsel voor richting)
6. Bussen kører *gennem* byen. (Hint: gebruik het voorzetsel voor beweging door een plaats)
7. Jeg skal være færdig *inden* klokken fem. (Hint: gebruik het voorzetsel voor iets dat plaatsvindt voor een tijd)
8. Vi spiser middag *efter* arbejde. (Hint: gebruik het voorzetsel voor iets dat volgt op een activiteit)
9. Hun går *til* skolen hver dag. (Hint: gebruik het voorzetsel voor richting of bestemming)
10. Vi mødes *på* fredag. (Hint: gebruik het voorzetsel voor een dag in de week)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot