Oefening 1: Vul de juiste voltooid verleden tijd in het Thais in
2. Wij *ได้ไป* naar de markt voordat het begon te regenen.
3. Zij *ได้เรียน* Thais voordat ze naar Bangkok verhuisde.
4. Jij *ได้ทำ* je huiswerk al voordat de leraar kwam.
5. De leraar *ได้สอน* de les voordat de bel ging.
6. Ik *ได้อ่าน* dat boek al voordat de film uitkwam.
7. Zij *ได้ซื้อ* een nieuwe auto voordat ze de oude verkocht.
8. Wij *ได้พูด* met de directeur voordat we het project startten.
9. Hij *ได้เขียน* de brief al voordat de vergadering begon.
10. Jullie *ได้ดู* de film voordat jullie naar bed gingen.
Oefening 2: Zet de zinnen in de voltooid verleden tijd (past perfect) in het Thais
2. Ik *ได้ไป* naar het dorp voordat het donker werd.
3. Jij *ได้เรียนรู้* de grammatica voordat je de test maakte.
4. Wij *ได้กิน* ontbijt voordat we naar school gingen.
5. Hij *ได้ซ่อม* de fiets voordat het regende.
6. De kinderen *ได้เล่น* buiten voordat ze naar binnen moesten.
7. Zij (meervoud) *ได้อ่าน* het nieuws voordat ze het bespraken.
8. Jullie *ได้เขียน* het verslag voordat de deadline was.
9. Ik *ได้ดู* de documentaire voordat ik het artikel schreef.
10. Hij *ได้นอน* al voordat het feestje begon.