Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd versus de voltooid verleden tijd voor de Noorse grammatica

Deze oefeningen helpen je het verschil te oefenen tussen de voltooid tegenwoordige tijd (perfektum) en de voltooid verleden tijd (pluskvamperfektum) in het Noors. De voltooid tegenwoordige tijd gebruik je voor handelingen die in het verleden zijn begonnen en nog invloed hebben op het heden, terwijl je de voltooid verleden tijd gebruikt voor handelingen die plaatsvonden vóór een ander moment in het verleden.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Voltooid tegenwoordige tijd (Perfektum)

1. Jeg *har spist* frokost i dag. (Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van ‘å spise’ – eten)
2. Hun *har skrevet* en e-post til sjefen. (Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van ‘å skrive’ – schrijven)
3. Vi *har bodd* i Oslo i fem år. (Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van ‘å bo’ – wonen)
4. De *har sett* den nye filmen allerede. (Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van ‘å se’ – zien)
5. Han *har kjøpt* en ny bil. (Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van ‘å kjøpe’ – kopen)
6. Jeg *har lært* mye norsk i det siste. (Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van ‘å lære’ – leren)
7. Dere *har reist* til Bergen flere ganger. (Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van ‘å reise’ – reizen)
8. Vi *har gjort* leksene våre. (Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van ‘å gjøre’ – doen)
9. Hun *har funnet* nøklene sine. (Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van ‘å finne’ – vinden)
10. Jeg *har hatt* en fin dag. (Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd van ‘å ha’ – hebben)

Oefening 2: Voltooid verleden tijd (Pluskvamperfektum)

1. Jeg *hadde spist* før jeg gikk til skolen. (Gebruik de voltooid verleden tijd van ‘å spise’ – eten; actie gebeurde vóór een ander verleden moment)
2. Hun *hadde skrevet* brevet før møtet startet. (Gebruik de voltooid verleden tijd van ‘å skrive’ – schrijven)
3. Vi *hadde bodd* i Trondheim før vi flyttet til Oslo. (Gebruik de voltooid verleden tijd van ‘å bo’ – wonen)
4. De *hadde sett* filmen før den ble vist på TV. (Gebruik de voltooid verleden tijd van ‘å se’ – zien)
5. Han *hadde kjøpt* huset før han giftet seg. (Gebruik de voltooid verleden tijd van ‘å kjøpe’ – kopen)
6. Jeg *hadde lært* mye før eksamen. (Gebruik de voltooid verleden tijd van ‘å lære’ – leren)
7. Dere *hadde reist* langt da dere kom frem. (Gebruik de voltooid verleden tijd van ‘å reise’ – reizen)
8. Vi *hadde gjort* oppgavene før læreren kom. (Gebruik de voltooid verleden tijd van ‘å gjøre’ – doen)
9. Hun *hadde funnet* boken før biblioteket stengte. (Gebruik de voltooid verleden tijd van ‘å finne’ – vinden)
10. Jeg *hadde hatt* en dårlig dag før jeg møtte deg. (Gebruik de voltooid verleden tijd van ‘å ha’ – hebben)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot