Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen in de voltooid tegenwoordige tijd versus de voltooid verleden tijd voor de Deense grammatica

In deze oefeningen ga je het verschil leren tussen de voltooid tegenwoordige tijd (perfektum) en de voltooid verleden tijd (pluskvamperfektum) in het Deens. De voltooid tegenwoordige tijd gebruik je voor handelingen die in het verleden zijn begonnen en nog invloed hebben op het heden. De voltooid verleden tijd gebruik je om aan te geven dat iets is gebeurd vóór een ander moment in het verleden. Let goed op de tijdsaanduidingen en context in elke zin.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Voltooid tegenwoordige tijd (Perfektum)

1. Jeg *har spist* frokost i dag. (Hint: Gebruik de voltooid tegenwoordige tijd om aan te geven dat de actie vandaag is gebeurd en nog relevant is.)
2. Hun *har læst* den bog flere gange. (Hint: Handeling die in het verleden begon en nu nog effect heeft.)
3. Vi *har set* den film allerede. (Hint: Het gebruik van ‘allerede’ geeft aan dat de actie afgerond is in het heden.)
4. De *har besøgt* Danmark i år. (Hint: Gebruik ‘i år’ om een handeling aan te duiden die dit jaar is gebeurd.)
5. Du *har skrevet* mange breve i sidste uge. (Hint: Let op de tijdsaanduiding en het resultaat in het heden.)
6. Jeg *har boet* i København siden 2015. (Hint: De actie begon in het verleden en duurt nog steeds voort.)
7. Han *har arbejdet* hårdt hele ugen. (Hint: De week is nog niet voorbij, actie loopt door.)
8. Vi *har lært* meget i denne klasse. (Hint: Resultaat van leren is nog merkbaar.)
9. De *har rejst* til mange lande. (Hint: Gebruik voltooid tegenwoordige tijd om ervaring aan te duiden.)
10. Du *har talt* med læreren i dag. (Hint: Tijdsaanduiding ‘i dag’ wijst op voltooid tegenwoordige tijd.)

Oefening 2: Voltooid verleden tijd (Pluskvamperfektum)

1. Jeg *havde spist* frokost, før jeg gik i skole. (Hint: Handeling die klaar was voordat een andere in het verleden plaatsvond.)
2. Hun *havde læst* bogen, inden filmen startede. (Hint: Gebruik pluskvamperfektum voor de volgorde van gebeurtenissen in het verleden.)
3. Vi *havde set* filmen, da du ringede. (Hint: De eerste actie was al afgelopen toen de tweede gebeurde.)
4. De *havde besøgt* Danmark, før de flyttede dertil. (Hint: Duid aan dat bezoek eerder was dan verhuizing.)
5. Du *havde skrevet* brevet, inden du gik ud. (Hint: Handeling die klaar was voor een andere in het verleden.)
6. Jeg *havde boet* i København, da jeg mødte hende. (Hint: Verleden tijd die aangeeft dat iets eerder was gebeurd.)
7. Han *havde arbejdet* hårdt, før han tog ferie. (Hint: Werk was klaar voordat vakantie begon.)
8. Vi *havde lært* meget, før vi tog eksamen. (Hint: Leerproces afgerond vóór examen.)
9. De *havde rejst* til mange lande, da de mødtes. (Hint: Ervaring opgebouwd vóór ontmoeting.)
10. Du *havde talt* med læreren, inden klassen startede. (Hint: Gesprek was afgerond vóór les.)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot